ECLI:NL:RBDHA:2023:20742

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 december 2023
Publicatiedatum
29 december 2023
Zaaknummer
NL23.38472
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser wegens veilig land van herkomst

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag, die op 27 oktober 2023 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 7 december 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar. De rechtbank heeft op 28 december 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Marokko voor de eiser een veilig land van herkomst is. De eiser had onvoldoende bewijs geleverd dat hij te vrezen had voor vervolging of dat hij geen bescherming zou kunnen krijgen in Marokko. De rechtbank weegt daarbij de mentale gesteldheid van de eiser mee, maar oordeelt dat de staatssecretaris niet onterecht heeft aangenomen dat de eiser na zeven jaar geen reëel risico op schade loopt bij terugkeer naar Marokko. De rechtbank wijst erop dat de eiser geen asiel heeft aangevraagd in andere Europese landen en dat zijn trauma's niet voldoende onderbouwd zijn met bewijsstukken.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris. De eiser moet terugkeren naar Marokko en krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.38472

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

geboren op [geboortedatum],
van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, staatssecretaris

(gemachtigde: mr. M. Verzijden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag van 27 oktober 2023. Eiser heeft op 27 oktober 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 7 december 2023 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en aan eiser een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar uitgevaardigd.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 28 december 2023 samen met het verzoek om een voorlopige voorziening [1] , op zitting behandeld. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook de gemachtigde van de staatssecretaris is verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiser desgevraagd bevestigd dat in deze beroepsprocedure alleen wordt aangevoerd dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat Marokko voor eiser persoonlijk geen veilig land van herkomst is. De rechtbank beoordeelt aan de hand van deze beroepsgrond of de asielaanvraag op goede grond is afgewezen als kennelijk ongegrond.
3. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepsgrond niet slaagt en dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het bestreden besluit
4. De staatssecretaris heeft het asielrelaas van eiser in twee relevante elementen opgedeeld:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • problemen met de familie van [naam].
De staatssecretaris heeft de beide relevante elementen geloofwaardig geacht. Eiser heeft dit ook niet bestreden. Daarmee staat, kort samengevat, vast dat eiser een relatie heeft gehad met een meisje van een behouden familie; de vader en broers van dit meisje achter de relatie zijn gekomen en eiser hebben aangevallen en gestoken met een mes. Verder staat vast dat eiser, nadat hij was hersteld van zijn verwondingen, Marokko is ontvlucht.
4.1.
De staatssecretaris stelt zich evenwel op het standpunt dat eiser ondanks de bovenstaande feiten kan terugkeren naar Marokko. De staatssecretaris merkt Marokko aan als veilig land van herkomst. De geloofwaardig geachte elementen leveren naar het oordeel van de staatssecretaris geen reëel risico op ernstige schade op. Verder heeft eiser volgens de staatssecretaris geen bescherming gevraagd in Marokko en is niet gebleken dat er geen bescherming gekregen kon worden. De staatssecretaris volgt eiser voorts niet in zijn relaas dat hij bij terugkeer nog steeds heeft te vrezen van de familie van [naam] en dat hij geen bescherming kan vragen aan de Marokkaanse autoriteiten omdat de familie zeer invloedrijk is en Marokko een islamitisch land is, waardoor volgens eiser ook de autoriteiten achter de familie van het meisje staan en hem niet zullen beschermen. De staatssecretaris heeft daarom de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
Marokko veilig land van herkomst voor eiser
5. Eiser voert aan dat Marokko voor hem geen veilig land is. Dat hij Marokko al in 2016 heeft verlaten en in andere Europese landen is geweest, maar daar geen asiel heeft aangevraagd, maakt dat niet anders. Dat hij elders geen asiel heeft aangevraagd heeft te maken met zijn traumatische ervaringen en de daaruit voortvloeiende psychologische impact. Dit mag hem niet worden tegengeworpen. Deze traumatische ervaringen zijn ook de oorzaak van het criminele gedrag van eiser. De aard van de dreiging en de context waarin deze plaatsvond, rechtvaardigen dat eiser ook nadat hij zeven jaar weg is geweest nog steeds vreest voor problemen met de familie van [naam]. Ter zitting heeft eiser aangevuld dat er onvoldoende is doorgevraagd over zijn mentale gezondheid. Op pagina 3 van het gehoor van 4 december 2023 staat wel dat is gevraagd of eiser zich lichamelijk en geestelijk in staat voelt het gehoor te laten plaatsvinden, maar dit gaat enkel over dat moment. Er is niet doorgevraagd over onderliggende problemen. De mentale toestand van eiser is niet voldoende onderzocht en niet voldoende meegenomen in de geloofwaardigheidsbeoordeling noch in de overwegingen over het al dan niet kunnen terugkeren naar Marokko. Dit is niet in lijn met de werkinstructie 2014/10, aldus eiser.
5.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris het onaannemelijk heeft mogen achten dat eiser, na het verstrijken van zeven jaren na het incident in Marokko, nog steeds zou hebben te vrezen voor de familie van [naam]. Hij heeft dit bovendien niet onderbouwd met stukken. Daarnaast heeft de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte meegewogen dat eiser pas na verschillende jaren en na in verschillende landen in Europa te zijn geweest, in Nederland asiel heeft aangevraagd. De rechtbank volgt eiser niet in zijn betoog dat er onvoldoende is doorgevraagd naar zijn mentale situatie. Op pagina 11 van het genoemde gehoor is gevraagd of er bijzondere individuele omstandigheden zijn die meegenomen moeten worden. Eiser heeft hier niets naar voren gebracht. Bovendien zijn er geen stukken overgelegd waaruit volgt dat eiser onderliggende mentale problemen zou hebben. De enkele verwijzing naar wat hem overkomen is, is onvoldoende om aan te nemen dat hij mentale problemen zou hebben en daardoor niet goed zou hebben kunnen verklaren. De staatssecretaris heeft de verklaringen van eiser dan ook mogen betrekken in de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling en in de beoordeling of eiser terug kan keren naar Marokko. De staatssecretaris heeft hiermee, anders dan eiser meent, gehandeld in overeenstemming met Werkinstructie 2014/10.
5.2.
Voorts heeft eiser niet met stukken aannemelijk gemaakt dat hij heeft te vrezen voor vergelding en hiertegen geen bescherming kon en kan vragen bij de Marokkaanse autoriteiten. Van eiser mag verwacht worden dat hij de bescherming van de Marokkaanse autoriteiten inroept. De staatssecretaris heeft terecht overwogen dat eiser in het verleden geen enkele poging daartoe heeft ondernomen en ook niet met stukken aannemelijk heeft gemaakt dat dat voor hem onmogelijk is geweest. Verder is het enkele feit dat eiser weinig vertrouwen heeft in de Marokkaanse autoriteiten onvoldoende om aan te nemen dat de Marokkaanse autoriteiten hem bij terugkomst geen bescherming kunnen bieden. De staatssecretaris heeft dan ook, naar het oordeel van de rechtbank, niet ten onrechte niet aannemelijk geacht dat de Marokkaanse autoriteiten eiser niet effectief kunnen beschermen.

Conclusie en gevolgen

6. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Het bestreden besluit blijft in stand. Dat betekent onder meer dat eiser dient terug te keren naar Marokko en dat eiser onmiddellijk dient te vertrekken. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, in aanwezigheid van
N. Walstra, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zaak NL23.38473