In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag, die op 27 oktober 2023 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 7 december 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar. De rechtbank heeft op 28 december 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Marokko voor de eiser een veilig land van herkomst is. De eiser had onvoldoende bewijs geleverd dat hij te vrezen had voor vervolging of dat hij geen bescherming zou kunnen krijgen in Marokko. De rechtbank weegt daarbij de mentale gesteldheid van de eiser mee, maar oordeelt dat de staatssecretaris niet onterecht heeft aangenomen dat de eiser na zeven jaar geen reëel risico op schade loopt bij terugkeer naar Marokko. De rechtbank wijst erop dat de eiser geen asiel heeft aangevraagd in andere Europese landen en dat zijn trauma's niet voldoende onderbouwd zijn met bewijsstukken.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris. De eiser moet terugkeren naar Marokko en krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.