ECLI:NL:RBDHA:2023:20741

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 december 2023
Publicatiedatum
29 december 2023
Zaaknummer
NL23.38422
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak met zaaknummer NL23.38422 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Verzijden, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen op 6 december 2023 als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 28 december 2023, waar verzoekster en haar gemachtigde niet aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL23.38421), waarin het beroep van verzoekster is behandeld. Aangezien er geen nieuwe omstandigheden waren die een voorlopige voorziening rechtvaardigden, werd het verzoek afgewezen.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft ook geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor geen aanleiding bestond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.38422
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Verzijden).

Procesverloop

Bij besluit van 6 december 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.38421, op
28 december 2023 op zitting behandeld. Verzoekster en haar gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.38421, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Er zijn ook geen andere omstandigheden die nopen tot het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 december 2023 door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.