ECLI:NL:RBDHA:2023:20736
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen de verzoeker, een Chinese nationaliteit houder, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 december 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 28 december 2023 behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.34657, behandeld, waarin de rechtbank het beroep van de verzoeker ongegrond heeft verklaard. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen en heeft het verzoek afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, en de beslissing is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. Er is geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.