Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,
Procesverloop
Overwegingen
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, van Russische nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 december 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, met als argument dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt.
De rechtbank heeft het beroep op 22 december 2023 behandeld, waarbij eiser via telehoren aanwezig was vanuit het detentiecentrum in Rotterdam. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de bewaring ambtshalve getoetst en geconcludeerd dat de staatssecretaris onvoldoende gronden had om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat de zware grond 3a, die stelde dat eiser Nederland niet op de voorgeschreven wijze was binnengekomen, niet kon worden gedragen door de motivering van de staatssecretaris. De rechtbank volgde de redenering van de staatssecretaris niet, omdat het enkele feit dat eiser zich in Finland aan het toezicht had onttrokken, niet automatisch betekende dat hij zonder geldige documenten Nederland was binnengekomen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, hevelde de maatregel van bewaring op en kende eiser een schadevergoeding toe van € 1.730,- voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.