Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
De huurovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd.
De huurprijs bedraagt bij aanvang van de huurovereenkomst € 720,- Euro (zegge: Zeven Honderd en twintig Euro) per maand.
De vergoeding voor bijkomende kosten en diensten is begroot op: € 145 Euro VVE en € 63,- Euro voorschot stookkosten. Zit in huurprijs.
3.Het geschil
€ 4.167,55 onverschuldigd heeft betaald; (-) voor recht te verklaren dat zij de VvE-bijdrage maandelijks onverschuldigd heeft betaald en daarbij
voorwaardelijk, onder voorwaarde dat voor recht wordt verklaard dat zij de VvE-bijdrage maandelijks onverschuldigd heeft betaald, [de verhuurder] te veroordelen tot terugbetaling van de maandelijks betaalde VvE-bijdrage te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der betaling; (-) [de verhuurder] te veroordelen tot terugbetaling van de onverschuldigd betaalde huur, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der betaling; (-) [de verhuurder] te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente over de proceskosten.
€ 208,-) betaalde, maar dan nog is dat geen verklaring waarom [de verhuurder] [de huurder] niet eerder op betaling van het verschil tussen beide bedragen heeft aangesproken en voor het feit dat de ex-partner klaarblijkelijk op enig moment met zijn betalingen is gestopt.
€ 512,- per maand bedroeg. In zoverre zal de gevorderde verklaring voor recht worden toegewezen.
€ 981,35 vanaf april 2022 onder protest heeft betaald.
€ 208.- naar € 250,-, omdat dat geen wijziging van de huurprijs betreft en die verhoging gelet op de stijging van het algemene prijspeil niet buitensporig voorkomt.