ECLI:NL:RBDHA:2023:20638

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
NL23.32823
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen [naam verzoeker] als verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 december 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag die door de staatssecretaris op 14 oktober 2023 is afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.32822) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten die door verzoeker zijn gemaakt, vastgesteld op € 837, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32823

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.32822, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. In de uitkomst van het beroep ziet de voorzieningenrechter aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837 bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 837 (achthonderdzevenendertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.