ECLI:NL:RBDHA:2023:2060
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling CO2-uitstoot van een geïmporteerd plug-in hybride voertuig
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de beslissing van de directie van de RDW. Eiser, eigenaar van een Ford Fusion Hybrid uit 2017, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde CO2-uitstoot van 165 g/km voor zijn plug-in hybride voertuig, dat hij had geïmporteerd uit de Verenigde Staten. Eiser stelde dat de CO2-uitstoot te hoog was vastgesteld en dat de toegepaste formule onredelijk was voor plug-in hybride voertuigen, die een zware accu hebben en waarvan de uitstoot afhankelijk is van het gewicht van de auto. Eiser gebruikte het voertuig voornamelijk voor korte ritten en stelde dat hij hierdoor schade ondervond door hoge heffingen en milieubeperkingen.
De rechtbank overwoog dat de RDW gehouden is om de CO2-uitstoot vast te stellen volgens de geldende Europese verordening, die geen specifieke formule voor plug-in hybride voertuigen bevat. De rechtbank volgde het standpunt van de RDW dat er geen ruimte is om af te wijken van de verordening en dat de CO2-uitstoot van het voertuig van eiser correct was vastgesteld volgens de geldende regels. Eiser's argumenten over de vergelijking met andere voertuigen en zijn rijgedrag konden de rechtbank niet overtuigen, aangezien de regelgeving geen ruimte bood voor een lagere vaststelling van de CO2-uitstoot.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat de risico's van het importeren van voertuigen van buiten de EU voor rekening van de importeur komen. De rechtbank wees ook op het feit dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.