ECLI:NL:RBDHA:2023:20563

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/09/656771 KG ZA 23-980
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot indexeren tarieven in kort geding tussen Medipoint B.V. en Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Medipoint B.V. en Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. Medipoint, een leverancier van hulpmiddelen en diensten aan zorginstellingen, vorderde dat Zilveren Kruis de tarieven voor 2024 zou indexeren met 8,8%. De vordering was gebaseerd op een clausule in de overeenkomst die partijen in 2022 hadden gesloten, waarin werd gesproken over de mogelijkheid van indexatie afhankelijk van economische ontwikkelingen. Zilveren Kruis weigerde echter de tarieven te indexeren, stellende dat de economische situatie stabiliserend was en dat er geen aanleiding was voor verhoging. De voorzieningenrechter oordeelde dat de clausule niet verplichtte tot indexatie en dat Zilveren Kruis niet in gebreke was gebleven. Medipoint's vordering werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. In reconventie vorderde Zilveren Kruis dat Medipoint de overeenkomst niet zonder opzegtermijn zou opzeggen, maar deze vordering werd afgewezen omdat Medipoint had verklaard de overeenkomst niet te zullen opzeggen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/656771 / KG ZA 23-980
Vonnis in kort geding van 20 december 2023
in de zaak van
Medipoint B.V.te Utrecht,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mrs. W.K. Bischot en A.F. Verbruggen,
tegen:

1.Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.te Leiden

2.
Interpolis Zorgverzekeringen N.V.te Leiden,
3.
FBTO Zorgverzekeringen N.V.te Leeuwarden,
4.
De Friesland Zorgverzekeraar N.V.te Leeuwarden,
5.
Achmea Zorgverzekeringen N.V.te Leiden,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaten mrs. B. Megens en B.D. van der Ven te Rotterdam.
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie, wordt hierna aangeduid als ‘Medipoint’. Gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie, worden hierna tezamen aangeduid als ‘Zilveren Kruis’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met de daarbij en nadien overgelegde producties;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende een eis in reconventie, met producties;
- de op 12 december 2023 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door Medipoint pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Tijdens de zitting is vonnis bepaald op 22 december 2023. Daarna is de vonnisdatum nader bepaald op vandaag.

2.De feiten in conventie en in reconventie

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Medipoint is een bedrijf dat hulpmiddelen en diensten levert aan zorginstellingen en eindgebruikers. Op grond van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) kan aanspraak worden gemaakt op vergoeding dan wel verstrekking van (een deel van) die hulpmiddelen en diensten. Ten behoeve van het leveren van verzekerde hulpmiddelenzorg sluit Medipoint contracten met zorgverzekeraars, waaronder Zilveren Kruis. Partijen hebben sinds 2006 een dergelijke contractuele relatie met elkaar.
2.2.
Op dit moment geldt tussen partijen de in december 2022 gesloten overeenkomst voor Mobiliteitshulpmiddelen 2023-2024 (hierna: de Overeenkomst). De Overeenkomst is ingegaan op 1 januari 2023 en eindigt op 31 december 2024. De Overeenkomst gebaseerd op het inkoopbeleid Hulpmiddelen 2023 van Zilveren Kruis dat is vastgesteld op 1 april 2022 (hierna: het inkoopbeleid). Het inkoopbeleid maakt deel uit van de Overeenkomst. Onderdeel van dit beleid is onder meer dat Zilveren Kruis de tarieven vaststelt en dat deze gedurende de tweejarige overeenkomst niet worden geïndexeerd.
2.3.
Medipoint is na de publicatie van het inkoopbeleid en voor het aangaan van de Overeenkomst met Zilveren Kruis in overleg getreden. Dit overleg heeft ertoe geleid dat Zilveren Kruis per e-mail van 15 november 2022 aan Medipoint heeft bericht:
”Zoals zojuist besproken ontvang je hierbij ons voorstel met betrekking tot de looptijd van de aangeboden overeenkomsten MVV en Kinderhulpmiddelen. Het is voor ons niet mogelijk om alle tweejarige overeenkomsten in te trekken en hiervan een één jarige overeenkomst van te maken. Daarom willen we onderstaand tekstvoorstel opnemen in een addendum om jullie meer comfort te geven voor 2024.
De tarieven zoals opgenomen in Bijlage 3 (Stuurtabel) zijn uitsluitend vastgesteld voor 2023.
In 2024 kunnen de tarieven, afhankelijk van de landelijke economische ontwikkelingen waaronder hoge inflaties met grote impact op het werkveld, worden verhoogd. Zilveren Kruis zal dit communiceren met de zorgaanbieder vóór 1 september 2023. Indien de zorgaanbieder niet tot overeenstemming komt met Zilveren Kruis, staat het de zorgaanbieder vrij om de overeenkomst per 1 januari 2024 tussentijds op te zeggen. De zorgaanbieder moet dit vóór 1 oktober 2023 schriftelijk mededelen aan Zilveren Kruis.
Zoals we van elkaar gewend zijn zullen we hierover indien van toepassing het gesprek met elkaar aangaan.
Daarnaast zullen wij zoals zojuist aangegeven de variabele BTW prestaties met 2,2% verhogen en zijn wij voornemens jullie tegemoet te komen door het tarief voor het hoog/laagbed binnen de kinderhulpmiddelen te verhogen naar € 2600,- i.p.v € 2387,69. Voor de overige zaken blijft de aangeboden index van 4,4% van toepassing.
Meer kunnen we helaas echt niet doen. Ik hoop dat we tot een afronding kunnen komen.
(…)”
2.4.
Medipoint is akkoord gegaan met dit voorstel. De tarieven voor 2023 zijn vervolgens verhoogd met 4,4% en het voorstel (hierna: de clausule) is onderdeel gaan uitmaken van de Overeenkomst. Dit laatste is neergelegd in een brief van 28 november 2022 van Zilveren Kruis aan Medipoint, die ook is toegevoegd aan het digitale contracteringsportaal, die luidt als volgt:
“U ontvangt deze brief omdat wij u op de hoogte willen brengen van een clausule bij de reeds
aangeboden overeenkomst Mobiliteit Verzorging Verpleging 2023-2024.
De clausule heeft betrekking op de volgende overeenkomst:
- Algemeen Mobiliteit: Overeenkomst voor Hulpmiddelen Mobiliteit Verzorging Verpleging Medipoint.
De volgende clausule maakt vanaf nu deel uit van bovengenoemde overeenkomst
In 2024 kunnen de tarieven worden verhoogd, afhankelijk van de landelijke economische ontwikkelingen waaronder een hoge inflatie met grote impact op het werkveld. Zilveren Kruis zal dit communiceren met de zorgaanbieder vóór 1 september 2023.
Indien de zorgaanbieder niet tot overeenstemming komt met Zilveren Kruis, staat het de zorgaanbieder vrij om de overeenkomst per 1 januari 2024 tussentijds op te zeggen. De zorgaanbieder moet dit vóór 1 oktober 2023 schriftelijk mededelen aan Zilveren Kruis.
(…)”
2.5.
Medipoint heeft Zilveren Kruis medio 2023 verzocht om de voor 2024 overeengekomen tarieven te indexeren met een percentage van 10,2.
2.6.
Zilveren Kruis heeft bij brief van 31 augustus 2023 aan Medipoint bericht:
“U ontvangt deze brief omdat in november 2022 in onze lopende overeenkomst 2023-2024 een clausule is opgenomen ten aanzien van een mogelijke tussentijdse indexatie. De clausule bevat de optie om de tarieven te verhogen, afhankelijk van de landelijke economische ontwikkelingen. Daaronder valt een hoge inflatie met grote impact op het werkveld. Wij hebben de huidige situatie uitvoerig geanalyseerd en diverse marktpartijen gesproken.
Wij informeren u, zoals beloofd, voor 1 september 2023 ten aanzien van ons uiteindelijke besluit. Hieronder leest u ons besluit.
Zilveren Kruis heeft besloten de lopende overeenkomst niet te indexeren vanwege de stabiliserende economische situatie.
De economische ontwikkelingen sinds het afsluiten van de overeenkomst beschouwen wij als stabiliserend. Specifiek doelen we dan op een dalende inflatie in 2023, de prognose van een sterk dalende inflatie in 2024 en herstellende transport en energiekosten. Hiermee ontkennen wij niet dat de huidige situatie uitdagend is voor u. Dit hebben wij gemerkt in onze gesprekken met diverse marktpartijen. Wij wijzen u op onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de zorgkosten beheersbaar te houden. Wij hopen op uw begrip.
(…)”

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Medipoint vordert, zakelijk weergegeven, om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
Zilveren Kruis te gebieden de tarieven die zijn opgenomen in de stuurtabellen MVV Medipoint, als bijlage 3 deel uitmakend van de Contractmodules MVV van de Overeenkomst, met ingang van 1 januari 2024 te indexeren met een percentage van 8,8%, dan wel een door de voorzieningenrechter passend geacht ander indexeringspercentage;
subsidiair
Zilveren Kruis te gebieden om uiterlijk binnen een week na dit vonnis voor het jaar 2024 opnieuw met Medipoint in overleg te treden over indexatie van de tarieven die zijn opgenomen in de stuurtabellen die als bijlage 3 onderdeel uitmaken van de Contractmodules MVV, met inachtneming van hetgeen in dit vonnis staat vermeld;
dan wel een andere door de voorzieningenrechter passend geachte voorziening te treffen,
met veroordeling van Zilveren Kruis in de proceskosten en de nakosten op de wijze zoals nader in de dagvaarding omschreven.
3.2.
Daartoe voert Medipoint – samengevat – het volgende aan. Zilveren Kruis is gehouden om de tarieven in bijlage 3 bij de Contractmodules MVV met ingang van 1 januari 2024 te verhogen. Dat vloeit voort uit de clausule, gelet op de redelijke uitleg die daaraan moet worden gegeven gezien de wijze van totstandkoming en alle overige omstandigheden van het geval. Meer in het bijzonder zijn deze omstandigheden i) de ontwikkeling van de prijsindexcijfers sinds de totstandkoming van de Overeenkomst, ii) de afspraken die over indexering zijn gemaakt in het Integraal Zorgakkoord (hierna: IZA) en iii) de verplichting van Zilveren Kruis om met Medipoint te contracteren op basis van reële tarieven. Door de tarieven desondanks niet te verhogen, komt Zilveren Kruis toerekenbaar tekort in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens Medipoint. Medipoint kan de Overeenkomst, door een verlenging van de opzeggingstermijn, nog opzeggen, maar niet zonder grote continuïteitsrisico’s te lopen. Medipoint heeft dan ook een spoedeisend belang bij duidelijkheid over de hoogte van de tarieven, waarop zij bij voortzetting van de contractuele relatie vanaf 1 januari 2024 aanspraak zou kunnen maken.
3.3.
Zilveren Kruis voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
in reconventie
3.4.
Zilveren Kruis vordert, zakelijk weergegeven, om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Medipoint te verbieden de Overeenkomst op te zeggen zonder inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden.
3.5.
Daartoe voert Zilveren Kruis – samengevat – het volgende aan. De in de clausule overeengekomen opzegtermijn van 1 oktober 2023 is inmiddels al geruime tijd verstreken. Partijen hebben daarna nog contact met elkaar gehad over het verzoek van Medipoint tot indexering, maar op 18 oktober 2023 is duidelijk geworden dat partijen daar geen overeenstemming over zouden bereiken. Medipoint heeft de Overeenkomst daarna niet opgezegd. In beginsel kan zij dat nu niet meer. Zilveren Kruis wil dat desondanks toestaan, maar dan moet Medipoint wel een redelijke opzegtermijn van drie maanden in acht nemen, zodat Zilveren Kruis de gelegenheid heeft om de zorg over te hevelen naar een andere partij
3.6.
Medipoint voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

in conventie
4.1.
Partijen verschillen met elkaar van mening over de vraag hoe de clausule, die deel uitmaakt van de Overeenkomst, moet worden uitgelegd. Hierbij is de Haviltex-norm het uitgangspunt (HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR: 1981:AG4158). Dit betekent dat een zuiver taalkundige uitleg van die bepalingen niet voldoende is. De uitleg is namelijk mede afhankelijk van de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan (de bepalingen in) de overeenkomst mochten toekennen en wat zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een taalkundige uitleg van de clausule met zich brengt dat Zilveren Kruis niet gehouden is om tot indexering over te gaan. In de clausule staat immers niet dat de tarieven
zullenworden verhoogd, maar dat deze
kunnenworden verhoogd. De partij die tot verhoging
kanovergaan is Zilveren Kruis. Zij stelt immers de tarieven, op basis waarvan ze bereid is te contracteren met (partijen zoals) Medipoint, vast en in de clausule is ook opgenomen dat Zilveren Kruis ‘dit’ (het al dan niet verhogen van de tarieven) voor een bepaalde datum met de zorgaanbieder zal communiceren.
4.3.
Medipoint heeft erkend dat Zilveren Kruis, gezien de kan-bepaling, niet “absoluut verplicht” is om tot indexering over te gaan. Zij meent echter dat het Zilveren Kruis ook niet vrij stond om zonder enig inhoudelijk overleg met Medipoint (zie 3.9 van de dagvaarding) te besluiten om de tarieven niet te indexeren. Medipoint wijst er daartoe met name op dat zij Zilveren Kruis voorafgaand aan de totstandkoming van de clausule duidelijk heeft gemaakt dat afzien van indexatie voor haar niet aanvaardbaar was en dat Zilveren Kruis toen heeft verklaard dat zij de clausule heeft voorgesteld in het kader van het aangaan van een tweejaarscontract om Medipoint “
meer comfort te geven voor 2024.”Waartoe Zilveren Kruis op basis van de clausule dan wél precies gehouden was, heeft Medipoint onvoldoende duidelijk gemaakt. Medipoint refereert onder meer aan het voeren van inhoudelijk overleg met Medipoint, maar ook aan het maken van een – voor Medipoint kenbare – zorgvuldige beoordeling, waarbij volgens haar diverse omstandigheden betrokken zouden moeten worden en aan het geven van uitleg. Medipoint concludeert in ieder geval dat toepassing van de clausule zou moeten leiden tot indexering van de tarieven voor het jaar 2024.
4.4.
Zilveren Kruis betoogt dat de clausule geen verplichting voor Zilveren Kruis bevat om tot indexering over te gaan. Zilveren Kruis heeft daartoe de totstandkomingsgeschiedenis van de clausule, en de haars inziens voor Medipoint kenbare bedoeling die daaruit blijkt, belicht.
4.5.
De voorzieningenrechter destilleert uit de stellingen, over en weer, dat de clausule tot stand is gekomen omdat Medipoint óf een jaarcontract wilde afsluiten óf wilde afspreken om de tarieven jaarlijks te indexeren. Zilveren Kruis wilde op haar beurt echter niet toezeggen dat zij de tarieven in 2024 zou indexeren maar zij wilde ook geen eenjarig contract afsluiten. Zilveren Kruis stelt dat zij met de clausule aan de wensen van Medipoint tegemoet is gekomen in zoverre dat zij in de clausule op zich heeft genomen in overweging te nemen of opnieuw indexering zou (moeten of kunnen) plaatsvinden voor het jaar 2024. Juist omdat zij daartoe niet verplicht zou zijn op basis van de clausule, heeft ze Medipoint in de clausule de bevoegdheid toegekend de tweejarige overeenkomst tegen 1 januari 2024 (dus tussentijds) te beëindigen. Daarmee heeft zij, zo voert Zilveren Kruis aan, Medipoint “meer comfort” gegeven voor 2024. Dit alles komt de voorzieningenrechter aannemelijk voor. Dit vindt immers ook bevestiging in de daaraan voorafgaande tekst, waarin Zilveren Kruis meedeelt dat het voor haar niet mogelijk is om alle tweejarige overeenkomsten in te trekken en hiervan éénjarige overeenkomsten te maken en dat zij
daarom(onderstreping voorzieningenrechter) het tekstvoorstel doet om Medipoint meer comfort te geven voor 2024.
4.6.
Gezien het vorenstaande kan niet worden aangenomen dat partijen met de clausule (in afwijking van de taalkundige uitleg) hebben beoogd dat Zilveren Kruis niet eenzijdig zou kunnen besluiten om de tarieven niet te indexeren, zoals Medipoint stelt, en ook niet dat Medipoint redelijkerwijs van de door haar in dit kort geding bepleite uitleg van de clausule uit kon gaan.
4.7.
Voor zover Medipoint heeft gesteld dat de clausule met zich brengt dat Zilveren Kruis op basis van alle relevante omstandigheden moest beoordelen of indexering op zijn plaats was, kan zij daarin ook niet worden gevolgd. De clausule bepaalt concreet welke omstandigheden Zilveren Kruis bij het besluit de tarieven (al of niet) te verhogen acht op zou slaan, te weten “de landelijke economische ontwikkelingen waaronder een hoge inflatie met grote impact op het werkveld”. Uit de door Zilveren Kruis gegeven motivering als vermeld onder 2.6 blijkt dat zij daar bij haar beslissing acht op heeft geslagen.
4.8.
Dat, zoals door Medipoint in dit geding nader toegelicht, ook op andere wijze naar die economische ontwikkelingen kan worden gekeken dan op de wijze zoals Zilveren Kruis dat heeft gedaan (door bijvoorbeeld gemiddelde cijfers over een ander aantal jaren tot uitgangspunt te nemen) kan niet leiden tot de conclusie dat Zilveren Kruis daarom niet tot haar beslissing heeft kunnen komen. Voor zover Medipoint al enig recht kan ontlenen aan de clausule voor wat betreft de motivering van Zilveren Kruis over 2024 geen nieuwe prijscompensatie op de tarieven toe te passen, geldt dat daarvan alleen sprake zou kunnen zijn onder bijzondere omstandigheden. Daarbij valt met name te denken aan het ontbreken van enige motivering of het hanteren van een evident ongegronde motivering van de beslissing door Zilveren Kruis. Daarvan is in dit geval niet gebleken.
4.9.
Andere omstandigheden die Zilveren Kruis volgens Medipoint gezien de overeengekomen clausule bij haar beslissing had moeten betrekken, zijn de afspraken die over indexering zijn gemaakt in het IZA en de vraag of de geboden tarieven wel reële tarieven zijn, nu volgens Medipoint op Zilveren Kruis de zorgplicht rust om haar reële tarieven te betalen. Gelet op hetgeen onder 4.7. is overwogen, biedt de clausule geen aanknopingspunt voor het aannemen van een verplichting om dergelijke omstandigheden bij de beoordeling te betrekken.
4.10.
Ondanks dat Medipoint kennelijk niet bepleit dat de in 4.9 genoemde omstandigheden, ook los van de overeengekomen clausule, ertoe leiden dat Zilveren Kruis verplicht is om tot indexering over te gaan, overweegt de voorzieningenrechter hierover toch nog het volgende.
Medipoint acht voor wat betreft de door haar gewenste indexering met name de Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling (OVA) van belang, die volgens de afspraken in het IZA zal worden doorvertaald in de prijzen en contracten. De afspraken die in het IZA zijn gemaakt, zijn echter niet van invloed zijn op de contractuele relatie tussen Medipoint en Zilveren Kruis. Zilveren Kruis heeft er terecht op gewezen dat (de brancheorganisatie van) Medipoint het IZA niet heeft ondertekend én dat de hulpmiddelensector geen onderdeel uitmaakt van tariefregulering door de NZa. Dat is de partij die de OVA verwerkt in de door haar vastgestelde tarieven.
Medipoint heeft voor wat betreft de volgens haar op Zilveren Kruis rustende zorgplicht om haar reële tarieven te bieden, uitsluitend verwezen naar rechtspraak die niet van toepassing is op de situatie die hier aan de orde is. In die zaken was immers óf sprake van inkoop van zorg op grond van wetten die een andere systematiek kennen dan de Zvw óf van zeer specifieke omstandigheden, die hier niet aan de orde zijn.
Conclusie en proceskostenveroordeling
4.11.
Gelet op al het vorenstaande zal het in conventie gevorderde worden afgewezen. De overige verweren van Zilveren Kruis kunnen daarom onbesproken blijven.
4.12.
Medipoint zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Onder de proceskosten vallen ook de nakosten. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173,--). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90,--) en de explootkosten van betekening toegekend. De proceskosten en de nakosten die zijn begroot op € 173,-- dienen te worden betaald binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken. De nakosten die zijn begroot op € 90,-- en de explootkosten dienen te worden betaald binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis. Bij gebreke van tijdige betaling is Medipoint de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd.
in reconventie
4.13.
Medipoint heeft in reactie op de vordering in reconventie (om Medipoint te verbieden de overeenkomst op te zeggen zonder inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden) ter zitting naar voren gebracht dat zij, kort gezegd, de overeenkomst niet kan en niet zal opzeggen. Zilveren Kruis heeft volgens haar daarom geen belang bij toewijzing van deze vordering. Zilveren Kruis heeft, na kennis te hebben genomen van deze toezegging, haar belang bij toewijzing van de vordering niet nader toegelicht. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
4.14.
De voorzieningenrechter ziet in deze afwijzing echter geen aanleiding om Zilveren Kruis in de kosten van dit geding te veroordelen (nog daargelaten de vraag of partijen hiervoor noemenswaardige extra kosten hebben moeten maken). Zilveren Kruis heeft deze vordering ingesteld nadat Medipoint in de dagvaarding heeft gerefereerd aan de volgens haar nog bestaande mogelijkheid om de Overeenkomst op te zeggen. Medipoint heeft haar standpunt over de onmogelijkheid daartoe eerst ter zitting ingenomen. De voorzieningenrechter zal daarom bepalen dat iedere partij in reconventie de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Medipoint om binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken de kosten van dit geding aan Zilveren Kruis te betalen, tot dusverre aan de zijde van Zilveren Kruis begroot op € 1.755,--, waarvan € 1.079,-- aan salaris advocaat en € 676,-- aan griffierecht, te vermeerderen met nakosten zoals vermeld in 4.12, en bepaalt dat Medipoint bij gebreke van tijdige betaling de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd is, op de wijze zoals onder 4.12 vermeld;
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
wijst het gevorderde af;
5.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023.
ts