ECLI:NL:RBDHA:2023:20559

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
NL23.29596
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne, verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker van Turkmeense nationaliteit. De verzoeker had eerder een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De rechtbank heeft het verzoek op 20 december 2023 behandeld, samen met een ander beroep (NL23.29594). Tijdens de zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de verweerder aanwezig. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in het andere beroep, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.29596

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], van Turkmeense nationaliteit, verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. F.A. Broersma),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Azzaoui).

Procesverloop

Bij besluit van 16 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan verzoeker medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG (de Richtlijn) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 (het Uitvoeringsbesluit), eindigt op 4 september 2023.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank heeft het verzoek op 20 december 2023 op zitting behandeld samen met het beroep (NL23.29594). Aan de zitting hebben deelgenomen: eiser en zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

De rechtbank heeft vandaag uitspraak gedaan op het beroep (NL23.29594). Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.