ECLI:NL:RBDHA:2023:20518

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
NL23.30662, NL23.30664 en NL23.30666
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Emaus-Visschers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van asielaanvragen van eisers in het kader van Dublin-regelgeving

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 december 2023, worden de beroepen van eisers tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De eisers, een moeder en haar minderjarige zoon, hadden asiel aangevraagd in Nederland op 2 juni 2023. De staatssecretaris heeft deze aanvragen echter niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielverzoeken. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.

De rechtbank heeft vervolgens de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld. De staatssecretaris meldde dat de eisers op 27 september 2023 door het COA zijn geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van de eisers heeft op 9 en 16 oktober 2023 laten weten geen contact meer te hebben met hen. De rechtbank concludeert dat, volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, als een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder contact met zijn gemachtigde, hij geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. Dit betekent dat de eisers geen procesbelang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroepen.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank de beroepen van eisers niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.30662, NL23.30664 en NL23.30666

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres

mede namens haar minderjarige zoon
[eiser 1] ,v-nummer: [nummer] , en
[eiser 2] ,v-nummer: [nummer] ,
samen: eisers
(gemachtigde: mr. T.M. van der Wal),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de besluiten van 25 september 2023, waarin de asielaanvragen van eisers van 2 juni 2023 niet in behandeling heeft genomen, omdat België verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan.
1.1
De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het beroep ontvankelijk is.
Hebben eisers nog procesbelang?
3. De staatssecretaris heeft in het bericht van 3 oktober 2023 aan de rechtbank meegedeeld dat eiser op 27 september 2023 door het COa is geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. In de berichten van 11 oktober 2023 heeft de staatssecretaris ook aan de rechtbank laten weten dat eiseres en haar minderjarige zoon op 3 oktober 2023 door het COa zijn geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van eisers heeft op 9 oktober 2023 (voor eiser) en 16 oktober 2023 (voor eiseres en haar minderjarige zoon) laten weten geen contact meer te hebben met hen.
3.1.
Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State volgt dat als de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder contact te onderhouden met zijn gemachtigde, hij geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De vreemdeling heeft in dat geval geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Dit is alleen anders als een vreemdeling laat weten dat hij nog contact met zijn gemachtigde heeft en dus nog steeds prijs stelt op de door hem verzochte bescherming. Dit impliceert dat de gemachtigde weet dat een vreemdeling nog in Nederland verblijft en waar hij verblijft en dat de gemachtigde nog contact heeft met de vreemdeling over de voortgang van de procedure en de keuzes die daarin moeten worden gemaakt. [2]
3.2.
Gelet op deze rechtspraak en de berichten van de gemachtigde van eisers van
9 oktober 2023 en 16 oktober 2023 neemt de rechtbank aan dat eisers kennelijk geen prijs meer stellen op de door hen aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Eisers hebben daarom geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroepen.

Conclusie en gevolgen

4. De beroepen zijn kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Emaus-Visschers, rechter, in aanwezigheid van
mr. D. Steenbeek, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht maakt dit mogelijk.
2.Zie bijvoorbeeld ABRvS 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:579.