Bijlage:
Algemene wet bestuursrecht
Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
Voor een last onder dwangsom wordt niet gekozen, indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen, zich daartegen verzet.
Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.
Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom, indien een belanghebbende daarom verzoekt.
Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.
Tijdelijke wet maatregelen covid-19
Artikel 58h
Niet openstellen of voorwaarden voor openstelling van publieke plaatsen
Bij ministeriële regeling kunnen publieke plaatsen worden aangewezen die niet of slechts onder in die regeling gestelde voorwaarden voor publiek mogen worden opengesteld. Tot de voorwaarden kan behoren dat ten hoogste een bij die regeling vast te stellen aantal personen als publiek aanwezig mag zijn.
De volgende plaatsen worden niet aangewezen als publieke plaatsen die niet voor publiek mogen worden opengesteld:
b. een plaats die is bestemd voor een vergadering van de Staten-Generaal of van een commissie daaruit;
c. een plaats die is bestemd voor een vergadering van de gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van een waterschap, of van een door deze organen ingestelde commissie;
Artikel 58u Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom
1. Onze Minister is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van:
a. het bepaalde krachtens artikel 58j, eerste lid, indien de overtreding wordt begaan op een besloten plaats indien deze een ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend;
b. het bepaalde krachtens de artikelen 58i, tweede lid, eerste zin, en - indien het een bevel van Onze Minister betreft - vierde lid, 58o, derde en vierde lid, 58p en 58q, eerste lid.
2. Onze Minister is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58f, eerste en vierde lid, en vijfde lid, tweede zin, en 58g, eerste lid, Indien de overtreding wordt begaan op een besloten plaats indien deze een ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.
3. De burgemeester is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van:
a. het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58h, eerste lid, en 58i;
b. het bepaalde krachtens artikel 58j, eerste lid, indien de overtreding wordt begaan op een openbare of publieke plaats of een besloten plaats indien deze geen ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.
4. De burgemeester is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58f, eerste en vierde lid, en vijfde lid, tweede zin, en 58g, eerste lid, indiende overtreding wordt begaan op een openbare of publieke plaats of een besloten plaats indien deze geen ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend, of ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens artikel 58nb, eerste lid.
Tijdelijke regeling maatregel covid-19
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
(…)
- eet- en drinkgelegenheid: Inrichting waar bedrijfsmatig of anders dan om niet etenswaren of dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, inclusief een daarbij behorend terras, met uitzondering van een besloten plaats;
- publiek: personen die ergens aanwezig zijn, met uitzondering van de daar al dan niet tegen betaling werkzame personen;
Artikel 4.4 Eet- en drinkgelegenheden
1. Een eet- en drinkgelegenheid en daarbij behorende dansvoorziening wordt niet voor publiek opengesteld.
2. Het eerste lid geldt niet voor:
a. eet- en drinkgelegenheden, met uitzondering van daarbij behorende dansvoorzieningen, in een hotel voor gasten die daadwerkelijk in het hotel
b. eet- en drinkgelegenheden waar uitsluitend sprake is van verkoop- aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan ter plaatse, mits inrichting tussen 01.00 uur en 07.00 uur gesloten is en de duur van het verblijf van publiek in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt;
c. eet- en drinkgelegenheid in een uitvaartcentrum of in een andere locatie waar een plechtigheid plaatsvindt ten behoeve van een uitvaart;
d. eet- en drinkgelegenheden In pret- en dierenparken, waar uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan in de eet- en drinkgelegenheid;
e. eet- en drinkgelegenheden in zorglocaties voor patiënten en cliënten en bezoekers van patiënten en cliënten;
f. eet- en drinkgelegenheden die zich bevinden op luchthavens na de securitycheck.
3. Het eerste lid en tweede lid, aanhef en onder b, zijn van overeenkomstige toepassing op coffeeshops, mits de coffeeshop tussen 20.00 uur en 07.00 uur gesloten is voor publiek.