Wat vindt de rechtbank
9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres per 30 mei 2022 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 30 mei 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 30 mei 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering.
Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
11. Ter zitting heeft eiseres aangevoerd dat zij het vervelend vond dat zij steeds door verschillende (verzekerings)artsen van het UWV werd gezien. De gemachtigde van het UWV geeft ter zitting aan dat de pool van (verzekerings)artsen zo klein is dat het UWV niet kan organiseren dat iemand steeds bij dezelfde (verzekerings)arts kan komen. De rechtbank kan het UWV hierin volgen. De rechtbank kan eiseres niet volgen in haar stelling dat zij helemaal niet is gezien door een (verzekerings)arts. Uit het rapport van de verzekeringsarts B&B van 24 augustus 2022 blijkt namelijk dat eiseres op 18 augustus 2022 is onderzocht door de verzekeringsarts B&B, waarbij ook haar partner aanwezig was.
De beoordeling van de belastbaarheid
12. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 30 mei 2022 in de rapporten op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De verzekeringsarts B&B vindt dat eiseres op medische gronden niet volledig arbeidsongeschikt is. Hij geeft aan dat bij eiseres geen sprake is van ‘geen benutbare mogelijkheden’, omdat zij niet voldoet aan de daarvoor geldende criteria. De verzekeringsarts B&B heeft in bezwaar aanleiding gezien de FML te wijzigen. Hij geeft aan dat de psychische gesteldheid van eiseres blijkt te zijn gewijzigd in vergelijking met de eerdere fysieke beoordeling. Er is een toename van klachten, waarvoor eiseres sinds enkele maanden antidepressiva gebruikt. De verzekeringsarts B&B geeft aan dat bij zijn eigen onderzoek nog altijd een wat sombere vrouw wordt gezien. Er is echter geen ernstige psychopathologie en ook geen indicatie voor intensievere behandeling in de vorm van opname, dagbehandelingen of anderszins intensieve behandeling. Er is sprake van een lichte tot matige psychopathologie. Lichamelijk blijken er klachten te zijn die ten dele zijn te verklaren door een toegenomen artrose. De zeer forse pijnklachten in rust en rondom de knieën kunnen hiermee niet worden verklaard. De zeer forse beperkingen die eiseres claimt zijn hiermee dus niet helemaal te verklaren. In de FML zullen wel aanvullende of verdergaande beperkingen worden aangegeven voor de kniebelastende activiteiten, maar niet in die mate die wordt geclaimd.
13. Eiseres voert aan dat zij onder andere meer beperkt moet worden geacht voor de beperkingen aan haar handen en vingers, duwen en trekken, tillen en dragen en het aantal uren dat zij per dag kan werken. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres medische informatie overgelegd.
14. De rechtbank is van oordeel dat verzekeringsarts B&B in de rapporten van 2 juni 2023 en 19 juni 2023 voldoende heeft gemotiveerd dat de informatie van de behandelaars die eiseres in beroep heeft ingestuurd geen aanleiding geeft om de FML aan te passen. De verzekeringsarts B&B geeft aan dat de mogelijkheid voor een knieprothese in bezwaar al werd genoemd. Uit de verklaring van de orthopeed blijkt dat vanwege de toenemende klachten een operatie heeft plaatsgevonden op 29 december 2022. Dit is bekend van artrose, de klachten nemen toe in de loop van de tijd. Op de datum in geding waren geen aanwijzingen voor medische volledige arbeidsongeschiktheid. Voor de datum in geding geeft de informatie geen nieuwe inzichten voor de belastbaarheid. Volledige arbeidsongeschiktheid is voor de datum in geding hiermee niet te verklaren, omdat niet wordt voldaan aan de hiervoor geldende criteria, namelijk opname in het ziekenhuis of instelling, bedlegerigheid, ontbrekende lichamelijke redzaamheid of een ernstige psychische stoornis. Op 29 december 2022 vond een operatie plaats, maar dat is ruim na de datum in geding en blijft daarom buiten beschouwing. De verzekeringsarts B&B geeft verder aan dat uit het schrijven van de internist volgt dat sprake is van lichte degeneratieve afwijkingen aan de ellebogen en radiocarpale gewrichtsklachten links en rechts. Hij geeft aan dat lichte degeneratieve afwijkingen nauwelijks tot geen klachten geven en volkomen normaal zijn bij de leeftijd van eiseres. Uitgaande dat er wel klachten worden ervaren door eiseres, dan zijn de al aangegeven fysieke beperkingen in de FML (beperkingen voor duwen/trekken en tillen/dragen) meer dan voldoende om die beperkingen
(de rechtbank begrijpt: klachten)op te vangen. Voor forsere beperkingen is de bevinding van lichte degeneratieve afwijkingen niet voldoende volgens de verzekeringsarts B&B.
15. Ten aanzien van de medische informatie die eiseres heeft overgelegd met de nadere gronden van 31 augustus 2023 stelt het UWV in de reactie van 7 september 2023 dat de medische informatie geen nieuwe medische feiten bevat. Het UWV wijst er verder op dat het bij de verzekeringsartsen van het UWV bekend is dat eiseres de geneesmiddelen gebruikt die zijn vermeld in de door eiseres overgelegde geneesmiddeleninformatie. Het UWV acht het echter belangrijk om te constateren dat het gebruik van deze geneesmiddelen dateert van ver vóór de datum in geding. Die medische informatie kan daarom niet leiden tot het aannemen van meer beperkingen in de FML. Ten aanzien van de brief van de behandelend internist van 4 november 2021 merkt het UWV op dat deze brief al eerder door eiseres is overgelegd en door de verzekeringsarts B&B is beoordeeld. De verzekeringsarts B&B zag toen geen aanleiding voor aanvullende beperkingen in de FML. Over de brief van de behandelend internist van 10 maart 2020 stelt het UWV dat de internist enkel beschrijft dat eiseres een brace (
de rechtbank begrijpt: spalken) draagt vanwege de ontsteking van haar pols en dat zij gewrichtsklachten heeft, maar dat hij niet aangeeft wat de eventuele oorzaak is (van de klachten) en hoe hij eventueel tot die conclusie gekomen is. Ook geldt voor de brief dat deze is opgesteld ver vóór de datum in geding. Met betrekking tot de brief van de behandelend internist van 17 november 2020 wijst het UWV op hetgeen de verzekeringsarts B&B daarover heeft overwogen in het rapport van 19 juni 2023. Het UWV geeft aan dat de verzekeringsarts B&B niet ontkent dat eiseres (gewrichts)klachten heeft aan haar ellebogen, onderarmen en pols, maar hij mag geen beperkingen opnemen in de FML hiervoor omdat de klachten niet medisch geobjectiveerd zijn.
16. In haar reactie van 11 oktober 2023 merkt eiseres op dat zij het geneesmiddel Tamoxifen tot 2019 heeft gebruikt en daarna Anastrozol. Met Anastrozol is eiseres in overleg met de behandelend internist gestopt omdat de bijwerkingen te groot voor haar waren. Eiseres geeft verder aan dat de WIA-uitkering inderdaad pas per 30 mei 2022 is ingetrokken en dat het UWV dat als beoordelingsdatum hanteert, maar dat zij op 30 maart 2021 een melding vanwege verslechtering van haar gezondheid per 10 februari 2021 heeft gedaan. Tot slot merkt eiseres op dat zij door de degeneratieve afwijkingen wel degelijk veel pijn en klachten heeft.
17. De rechtbank is van oordeel dat het UWV in de reactie van 7 september 2023 al voldoende is ingegaan op de geneesmiddelen die eiseres gebruikt en de gevolgen daarvan voor de belastbaarheid per datum in geding. Op de pijn en klachten die eiseres ervaart is volgens de rechtbank ook al voldoende ingegaan door het UWV. De rechtbank verwijst naar punt 12 tot en met 15 van deze uitspraak. Ter zitting heeft eiseres aangegeven zich erin te kunnen vinden dat 30 mei 2022 de beoordelingsdatum is, waardoor de opmerking van eiseres hierover geen bespreking meer behoeft.
18. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 30 mei 2022 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
19. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 18 augustus 2022 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als verzorgende niveau 3, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft drie van de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies geschikt geacht.
- ( sbc-code 315132) Archiefmedewerker;
- ( sbc-code 532040) Administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank;
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten).
20. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben hun rapporten en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies passend zijn. De arbeidsdeskundige B&B heeft toegelicht dat eiseres voldoet aan de gestelde opleidingseisen. Verder geeft de arbeidsdeskundige B&B aan geen aanleiding te zien om de functie Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) te belastend te achten op het aspect hand- en vingergebruik, omdat er in de FML geen beperkingen zijn gesteld voor hand- en vingergebruik. Deze toelichting is voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
21. Eiseres voert aan dat zij de functie medior soldering technician (SBC-code 111180) (
de rechtbank begrijpt: Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) niet kan uitvoeren vanwege haar medische klachten. De stelling van eiseres dat zij deze functie gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. De rechtbank acht de opmerking van de gemachtigde van het UWV ter zitting, dat de FML het uitgangspunt is voor de arbeidskundige beoordeling, hierbij van belang.
22. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 30 mei 2022 met de middelste van de drie geduide functies 72,40% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 27,60% arbeidsongeschikt is.