ECLI:NL:RBDHA:2023:20459
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een asielaanvraag op grond van buiten behandelingstelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023, wordt het beroep van eiser, een Algerijnse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 26 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter op 28 augustus 2023 buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet had gereageerd op eerdere verzoeken om een vragenformulier in te vullen. De rechtbank heeft op 2 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft de buiten behandelingstelling van de aanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelde dat het besluit in strijd was met het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel, omdat het voornemen tot buiten behandelingstelling niet was bijgevoegd bij het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt echter dat de verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat het voornemen naar het juiste adres is verzonden, en dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om zijn adres in de Basisregistratie Personen correct bij te houden. De rechtbank concludeert dat het besluit tot buiten behandelingstelling van de asielaanvraag terecht is genomen en dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en benadrukt dat eiser de mogelijkheid heeft om opnieuw een asielaanvraag of reguliere aanvraag in te dienen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na verzending.