3.1.Coty vordert bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te bevelen met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de Uniemerken in de gehele Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder in ieder geval begrepen het importeren, exporteren, aanbieden, verkopen, leveren, in de handel brengen of daartoe in voorraad houden of anderszins verhandelen van de inbreukmakende producten, althans parfums waarop zonder toestemming van Coty of de betreffende merkhouder tekens gelijk aan de Uniemerken zijn aangebracht;
II. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ieder afzonderlijk te bevelen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis aan de advocaat van Coty schriftelijk en met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen van:
a. de distributiekanalen waarvan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gebruik hebben gemaakt om de inbreukmakende producten aan te bieden;
b. de exacte datum waarop [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de inbreukmakende producten voor het eerst hebben ingekocht en/of geleverd hebben gekregen;
c. de totale periode waarin [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de inbreukmakende producten hebben aangeboden en verkocht;
d. de totale hoeveelheid inbreukmakende producten die [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben ingekocht en ontvangen;
e. de totale hoeveelheid inbreukmakende producten die [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben verkocht;
f. per inbreukmakend product de in- en verkoopprijs en de brutowinst en – indien er verschillende prijzen zijn gehanteerd per product – de brutowinst per product, zijnde het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs;
g. een lijst van de naam-, adres- en contactgegevens van de (rechts)personen die de in-breukmakende producten hebben geleverd aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , onder vermelding van het exacte aantal exemplaren van de inbreukmakende producten, de bijbehorende inkoopprijzen, en de inkoop- en leveringsdata;
h. een lijst van de naam- en adresgegevens van de (rechts)personen aan wie [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de inbreukmakende producten hebben verkocht en/of geleverd, onder vermelding van het exacte aantal exemplaren van de inbreukmakende producten per afnemer, de bijbehorende (en ontvangen) verkoopprijzen, en de verkoopdata;
i. een lijst van de naam-, adres- en contactgegevens van alle (overige) bij de verhandeling van de inbreukmakende producten betrokken personen;
III. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ieder afzonderlijk te bevelen om binnen dertig dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis op eigen kosten de bij haar op voorraad zijnde of aanwezige inbreukmakende producten ter vernietiging af te geven aan Coty op een door Coty te bepalen adres in Nederland;
IV. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van
€ 20.000,- (zegge: twintig duizend euro) voor iedere keer en iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat (één van) de gedaagde(n) geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met het onder I., II., en/of III. gevorderde bevel, althans het bevel niet tijdig nakomt, en een dwangsom van € 1.000,- (zegge: duizend euro) per exemplaar waarmee (één van) de gedaagde(n) in strijd handelt met het onder I. en/of III. gevorderde bevel, en een dwangsom van € 1.000,– (zegge: duizend euro) per exemplaar waarmee de onder II. Gevorderde opgave onjuist of onvolledig blijkt;
V. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot afdracht van de volledige onrechtmatig genoten nettowinst, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag vanaf 4 juni 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
VI. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de door Coty geleden schade (anders dan gederfde (netto)winst), nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VII. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.500,- (zegge: twaalfduizend en vijfhonderd euro), bij wijze van voorschot op de door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te betalen schadevergoeding dan wel af te dragen winst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
VIII. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] afzonderlijk te bevelen om uiterlijk binnen tien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot opheffing van de ten behoeve van deze gedaagde verstrekte bankgarantie, alsmede te bepalen dat, indien één van hen niet (tijdig) aan dit bevel heeft voldaan, het te wijzen vonnis in de plaats treedt van de toestemming van de betreffende gedaagde om de bankgarantie op te heffen;
IX. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten van Coty op grond van artikel 1019h Rv, met bepaling dat wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is vanaf veertien dagen na de dag van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.