ECLI:NL:RBDHA:2023:20350
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking machtiging tot voorlopig verblijf van een vreemdeling met een koksdiploma
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de intrekking van de aan hem verleende machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De staatssecretaris heeft bij besluit van 27 oktober 2021 de aanvraag om toekenning van een mvv ingewilligd, maar heeft deze inwilliging op 1 februari 2022 ingetrokken. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de intrekking, maar de staatssecretaris heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 5 september 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het UWV en Bureau Documenten.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de vergewisplicht heeft geschonden. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd, vooral met betrekking tot de echtheid van het koksboekje dat eiser heeft overgelegd. De rechtbank stelt vast dat zowel Bureau Documenten als het NFO tot verschillende conclusies komen over de echtheid van het koksboekje. De rechtbank vindt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft onderbouwd waarom het UWV-advies en de verklaringen van Bureau Documenten als basis voor de intrekking van de mvv kunnen dienen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.674,-.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het beoordelen van deskundigenadviezen en de noodzaak voor de staatssecretaris om voldoende inzicht te geven in de motivering van zijn besluiten.