ECLI:NL:RBDHA:2023:2031
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Italië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S. Brock, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Dit besluit, dat op 4 januari 2023 was genomen, leidde tot het verzoek om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 februari 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.303). In de uitspraak van diezelfde dag werd het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak werd het verzoek om een voorlopige voorziening als ongegrond afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. E.C. Jacobs, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.