ECLI:NL:RBDHA:2023:20307
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving
In de zaak met zaaknummer NL23.31807 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. V.L. van Wieringen, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 5 oktober 2023, hield in dat de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.
Tijdens de zitting op 24 oktober 2023, waar verzoeker niet aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak NL23.31806, waarin het beroep van verzoeker is behandeld. Gezien deze uitspraak was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen is openbaar gemaakt op 16 november 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.