In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 16 november 2023, is het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 4 oktober 2023 niet in behandeling genomen, omdat Roemenië volgens hem verantwoordelijk was voor de aanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S.N. Ali, voerde aan dat er in Roemenië risico's zijn voor Dublinclaimanten, waaronder pushbacks, en dat de staatssecretaris nader onderzoek had moeten doen naar deze risico's.
De rechtbank heeft op 24 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat er inderdaad aanknopingspunten zijn voor de conclusie dat Dublinclaimanten een risico lopen om slachtoffer te worden van pushbacks in Roemenië. Dit risico is zo significant dat de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris nader onderzoek moet doen naar de situatie van Dublinclaimanten voordat hij zich kan beroepen op het interstatelijk vertrouwensbeginsel.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 4 oktober 2023. Verweerder wordt opgedragen om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de bevindingen van de rechtbank. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.674,-. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de risico's voor asielzoekers in het kader van de Dublinverordening.