ECLI:NL:RBDHA:2023:20290

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
NL23.31372
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving

In de zaak met zaaknummer NL23.31372 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.J. Dijkman, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.J.F.M. van Raak, niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.

Tijdens de zitting op 24 oktober 2023 is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL23.31371). De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 november 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.31372
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster (gemachtigde: mr. G.J. Dijkman),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.31371, op
24 oktober 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K. Okorie. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.31371, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
16 november 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.