In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 13 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 november 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 14 december 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de Staatssecretaris aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de asielaanvraag op goede gronden is gedaan. Eiser heeft aangevoerd dat hij bij terugkeer naar Algerije in de gevangenis komt vanwege het niet uitvoeren van de dienstplicht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk risico loopt op vervolging of gevangenisstraf. De staatssecretaris heeft terecht opgemerkt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij als dienstplichtweigeraar kan worden aangemerkt, en dat hij bovendien vrijgesteld is van de dienstplicht op basis van zijn leeftijd.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van eiser over de werkzaamheden van zijn ex-vrouw voor de DEA en CIA niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft geen bewijs geleverd voor zijn claims en zijn verklaringen zijn tegenstrijdig. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.