ECLI:NL:RBDHA:2023:20224
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas en identiteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 20 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die op 5 augustus 2023 een asielaanvraag indiende, kreeg op 23 augustus 2023 een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waarin zijn aanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft op 6 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris het asielrelaas van eiser terecht ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft gesteld dat hij door Al Shabaab is benaderd om zich aan te sluiten, maar de rechtbank concludeert dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd om deze claims te onderbouwen. De rechtbank wijst erop dat eiser zijn identiteit niet objectief heeft kunnen vaststellen, wat de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas verder ondermijnt. Eiser heeft weliswaar documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn identiteit, maar deze zijn niet origineel en kunnen daarom niet als bewijs dienen.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag op juiste gronden als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, op basis van artikel 30b, eerste lid, onder c, van de Vreemdelingenwet. Eiser krijgt geen asielvergunning en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan binnen een week na verzending van de uitspraak.