ECLI:NL:RBDHA:2023:20120
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de toekenning van het kindgebonden budget en de ALO-toeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 12 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de definitieve toekenning van het kindgebonden budget over het jaar 2018 beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. C.F.M. van den Ekart, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, dat op 14 februari 2020 het kindgebonden budget definitief vaststelde en de alleenstaande ouder toeslag (ALO-toeslag) niet toekende. De rechtbank heeft eerder op 23 november 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank concludeert dat de situatie van eiser niet wezenlijk anders is dan die in de uitspraak van de hoogste bestuursrechter op 15 februari 2023, waarin werd bepaald dat de vrouw van eiser als toeslagenpartner kon worden aangemerkt. Eiser heeft aangevoerd dat zijn vrouw pas vanaf 20 maart 2019 als toeslagenpartner moet worden beschouwd, omdat zij toen een verblijfsvergunning kreeg en op zijn adres werd ingeschreven. De rechtbank oordeelt echter dat het huwelijk van eiser, dat op 5 februari 2011 plaatsvond, betekent dat zijn vrouw als partner moet worden aangemerkt volgens de wetgeving.
De rechtbank stelt vast dat verweerder terecht heeft afgezien van het toekennen van de ALO-toeslag, omdat eiser niet heeft aangetoond dat zijn situatie wezenlijk anders is dan door de hoogste bestuursrechter is aangenomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.