In deze zaak hebben eisers op 17 april 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid van een referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op deze aanvraag niet tijdig beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eisers op 11 oktober 2023. Vervolgens hebben eisers op 28 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris geen verweerschrift heeft ingediend en dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een maximale termijn van acht weken na bekendmaking van de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.