ECLI:NL:RBDHA:2023:20056

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
SGR 23/2589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag klussenbusparkeervergunning door de gemeente Leiden

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Ferax Vastgoed Beheer B.V. tegen de afwijzing van hun aanvraag om een klussenbusparkeervergunning door het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De aanvraag werd afgewezen op 15 juli 2022, en na bezwaar bleef de afwijzing in stand met het besluit van 7 oktober 2022. De rechtbank heeft de zaak op 12 december 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.

Ferax Vastgoed Beheer B.V. beheert vastgoed in Leiden en heeft een klusjesman in dienst voor onderhoudswerkzaamheden. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de vergunning terecht was, omdat eiseres niet kon aantonen dat zij een klusbedrijf is, zoals gedefinieerd in de Parkeerverordening. De rechtbank stelt vast dat de activiteiten van eiseres hoofdzakelijk bestaan uit het verkrijgen, vervreemden, verhuren en beheren van vastgoed, en dat de klusjesman slechts een ondersteunende rol vervult.

De rechtbank concludeert dat de vereisten voor het verkrijgen van een klussenbusparkeervergunning niet zijn vervuld, aangezien de hoofdactiviteit van eiseres niet het uitvoeren van kluswerkzaamheden is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de gemeente terecht geen vergunning heeft verleend. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland en is openbaar uitgesproken op 21 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/2589

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2023 in de zaak tussen

Ferax Vastgoed Beheer B.V., uit Oegstgeest, eiseres

(gemachtigde: R. de Veen),
en

het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Baboeram).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag om een klussenbusparkeervergunning.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 15 juli 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 7 oktober 2022 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder, vergezeld door [naam].

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat de zaak over?
2. Eiseres beheert vastgoed in Leiden. Zij heeft een klusjesman in dienst voor het onderhoud van dat vastgoed en heeft daarom een klussenbusparkeervergunning aangevraagd.
3. Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiseres niet heeft aangetoond dat zij een klusbedrijf is. [1] De afwijzing van de aanvraag heeft verweerder in bezwaar gehandhaafd door het bezwaar van eiseres ongegrond te verklaren.

Wat vindt eiseres in beroep?

4. Eiseres stelt dat verweerder haar ten onrechte geen klussenbusparkeervergunning heeft verstrekt. Het is geen voorwaarde dat het bedrijf als hoofdactiviteit kluswerkzaamheden moet verrichten. De Parkeerverordening vereist enkel dat de vergunning noodzakelijk is voor het uitvoeren van de kluswerkzaamheden van het bedrijf. Daarvan is in het geval van eiseres sprake omdat de werkzaamheden van de klusjesman een essentieel onderdeel zijn van het bedrijf.
Wat zijn de regels?
5. Artikel 1, aanhef en onder w, van de Parkeerverordening bepaalt dat een klusbedrijf een klein bedrijf is dat verbouwingen, reparaties en lichte werkzaamheden uitvoert.
6. Artikel 3, tweede lid, aanhef en onder d, van de Parkeerverordening bepaalt dat een parkeervergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze uit hoofde van een beroep of bedrijf aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is de klussenbus te parkeren binnen de betaald parkeerzones, te noemen klussenbusparkeervergunning.
7. Artikel 5, eerste lid, van de Nadere voorschriften parkeren bepaalt dat op aanvraag van een klusbedrijf met maximaal 5 werknemers een klussenbusparkeervergunning, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder d, van de verordening, kan worden verleend.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht de aanvraag om een klussenbusparkeervergunning van eiseres heeft afgewezen. Hoewel de rechtbank begrijpt dat de formulering in de Parkeerverordening door eiseres ruim is opgevat, is verweerder bevoegd om nadere voorschriften en beperkingen te verbinden aan parkeervergunningen ter bescherming van de goede verdeling van de beschikbare ruimte. [2] Verweerder heeft dit gedaan voor de klussenbusparkeervergunning door met artikel 5 van de Nadere voorschriften parkeren te bepalen dat op aanvraag van
een klusbedrijfzo’n vergunning kan worden verleend. Een klusbedrijf is in de Parkeerverordening gedefinieerd als een klein bedrijf dat verbouwingen, reparaties en lichte werkzaamheden uitvoert. Dit maakt dat verweerder terecht stelt dat kluswerkzaamheden de hoofdactiviteit moet zijn en dat eiseres hier niet aan voldoet. De rechtbank is van oordeel dat de activiteiten van eiseres hoofdzakelijk bestaan uit het verkrijgen, vervreemden, verhuren en beheren van vastgoed. Dit blijkt uit de naam van het bedrijf Ferax Vastgoed B.V., het uittreksel uit de Kamer van Koophandel en de website van eiseres. Dat zij een klusjesman in dienst heeft die onderhoudswerkzaamheden verricht aan haar vastgoed en dit volgens haar een essentieel onderdeel is van het bedrijf, maakt niet dat eiseres is aan te merken als een klusbedrijf.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder eiseres terecht geen klussenbusparkeervergunning heeft verleend. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland, rechter, in aanwezigheid van mr. G.R. Doerga, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 december 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend
binnen zes wekenna de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 1, aanhef en onder w, en artikel 3, tweede lid, aanhef en onder d, van de Parkeerverordening gemeente Leiden 2021 (de Parkeerverordening) en artikel 5 van de Nadere voorschriften met betrekking tot het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor parkeren (de Nadere voorschriften parkeren).
2.Op grond van artikel 3, tiende lid, van de Parkeerverordening.