ECLI:NL:RBDHA:2023:20033
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor derdelander Oekraïne na beslissing op beroep
Op 18 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker, die een voorlopige voorziening had aangevraagd na een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, gedateerd op 9 augustus 2023, meldde de verzoeker dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Tevens werd de verzoeker opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten en terug te keren naar Algerije. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, dat geregistreerd is onder zaaknummer NL23.28079, en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 21 november 2023 is het verzoek behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek ter zitting gesloten. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het samenhangende beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien er geen andere omstandigheden zijn gebleken die aanleiding zouden geven voor het treffen van een voorlopige voorziening, heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter, mr. T.A. Oudenaarden, heeft in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen deze beslissing genomen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.