Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 december 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Procesverloop
De rechtbank heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Overwegingen
klant claimt een dag nadat NAO werd aangezegd (6-8-2019) opnieuw zelfde klachten per 7-8-2019 vanuit de WW. (max d.d. 11-8-2019) Uit bovenstaand onderzoek is gebleken, dat er geen revalidatie behandeling gestart is per datum zm, noch sprake was van GBM noch van opname, noch van nieuwe medische feiten. Klant claimt onderzoeken bij een instelling om vast te stellen of klant voldoet aan een eventueel revalidatie traject. Het hebben van onderzoek is medisch geen reden van ongeschiktheid. Bij LO geen sprake van toegenomen beperkingen vastgesteld. Medisch is de situatie stabiel gebleven. Er is geen sprake van psychische decompensatie per datum ziekmelding. De situatie (zelfmoord zwager dateert van 20-10-2019) en speelde niet op datum van ziekmelding. Uit ADL blijkt klant behalve veel te telefoneren afspraken na te komen, is er contact met ex, zus en stiefdochter en reist klant met de valies naar Rozendaal om zijn kinderen te bezoeken bij zijn ex vrouw. Alles overwegend is terecht uitgegaan van twijfel aan plausibiliteit per datum ziekmelding en is klant geschikt voor geduide functies.”
Er is geen reden om af te wijken van het oordeel van de bedrijfsarts. Dit motiveer ik als volgt: Belanghebbende is per 7-8-19 ziek gemeld vanwege een val. Uit de door de bedrijfsarts opgevraagde info volgt, dat hij de huisarts hiervoor een week later op 14-8-19 heeft geconsulteerd. Bij lichamelijk onderzoek dan geen duidelijke afwijkingen behoudens drukpijn over enkele ribben. Dan kan er sprake zijn geweest van een kneuzing van de ribben (ribcontusie). Gekneusde ribben gaan vanzelf over en in de regel is iemand na 6 weken volledig klachtenvrij. Ze geven o.a. voorbijgaande lokale pijnklachten als op de pijnlijke plaats wordt gedrukt bijv. bij liggen en geven lokale pijnklachten bij dier adem ademhalen. Fysiek zwaar belastend werk zou dan klachtentoename kunnen geven. Geduide functies zijn niet fysiek zwaar belastend en die moet hij hebben kunnen verrichten. Bekend is dat belanghebbende aangeeft vaker te vallen. Echter hier is geen medisch somatische oorzaak voor gevonden. Daarmee kan deze klacht geen reden geven om hem arbeidsongeschikt te beschouwen voor eigen werk. Op DIG loopt geen multidisciplinair revalidatie-traject. Hij heeft dan eens per week een gesprek bij de Breinpoli. Het moet dan tevens mogelijk zijn geweest om geduide functies te verrichten. Anders dan in het aanvullend bezwaarschrift is gesteld, heeft de bedrijfsarts wel informatie ingewonnen bij de behandelend sector. Er is info ingewonnen bij de huisarts en die heeft gereageerd en tevens de meest recente brief revalidatiearts (dd. 26-4-19) meegezonden. Hieruit volgen geen nieuwe nog niet eerder bekende medische afwijkingen. Behandelbeleid is opnieuw een multidisciplinaire behandeling. Die therapie is op DIG nog niet gestart maar wat uiteraard niet maakt, dat de op DIG 3 maanden oude brief revalidatiearts, dan te gedateerd zou zijn geweest. Dit alles maakt dat er geen reden is om af te wijken van het oordeel van de bedrijfsarts.”
Klant geeft aan gezien te zijn voor de ziektewet, maar wil ook nog een WIA beoordeling. Hij claimt achteruitgang van zijn PTSS. Hij is een aantal keren gevallen. Dit komt door de PTSS. Zijn klachten zijn verergerd sinds zelfmoord van zijn broer eind oktober 2019 en door ziek worden van zijn dochter rond kerst 2019. Ze moest in januari 2020 gereanimeerd worden. Hij claimt daardoor toename van paniekklachten en moeite uit huis te gaan. Hij heeft het moeilijk omdat hij nu in bijstand en schuldsanering zit. Hij is daarnaast te vaak naar zijn ex gegaan, waardoor hij nu gekort is op de bijstand en hij wordt onderzocht voor bijstandsfraude.”
In de aanvraag voor herbeoordeling wordt een toename van dezelfde klachten als bij de WIA beoordeling in 2014 geclaimd. Belanghebbende geeft forse psychische en lichamelijke klachten aan. Er komen echter geen geobjectiveerde feiten naar voren die deze claim onderbouwen. De primaire verzekeringsarts stelt dan ook in haar rapport van 17-02-2020 terecht vast dat een AMBER-situatie niet kan worden aangenomen. Zij geeft tevens aan dat een deel van de klachten, de incidenten welke vervolgens zijn klachten hebben doen verergeren (ziekte dochter en zelfmoord broer), niet te duiden zijn als dezelfde ziekteoorzaak zoals omschreven bij de WIA einde wachttijdbeoordeling in 2014.”
.Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 2,5 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,-, 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus met een waarde per punt van € 837,- en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 837,-), bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 2.092,50.