ECLI:NL:RBDHA:2023:1999
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een waarschuwing door de leerplichtambtenaar in het kader van de Algemene wet bestuursrecht
In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen een officiële waarschuwing die hij ontving van de leerplichtambtenaar. De waarschuwing was het gevolg van de afwezigheid van de kinderen van eiser op school zonder toestemming van de school. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de brief van 6 januari 2022, waarin de waarschuwing werd gegeven. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland heeft het bezwaar van eiser echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat de waarschuwing volgens hen geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarschuwing is gebaseerd op de Leerplichtwet en dat deze een essentieel onderdeel vormt van een sanctieregime. Echter, de rechtbank oordeelt dat de waarschuwing in dit geval niet kan worden aangemerkt als een besluit, omdat er geen directe rechtsgevolgen aan zijn verbonden. De leerplichtambtenaar heeft de bevoegdheid om een proces-verbaal op te maken bij overtredingen, maar heeft dit in dit geval niet gedaan.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een uitzonderingssituatie die maakt dat de waarschuwing als een besluit moet worden beschouwd. Het standpunt van verweerder dat er geen besluit is waartegen bezwaar kan worden gemaakt, wordt door de rechtbank onderschreven. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D. Biever op 22 februari 2023.