ECLI:NL:RBDHA:2023:19986

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/09/652269 / JE RK 23-1665
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Informele rechtsingang ex artikel 1:377g BW, de minderjarige is niet-ontvankelijk in haar verzoek

Op 10 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij een minderjarige, aangeduid als [naam01], zich via een informele rechtsingang tot de kinderrechter heeft gewend. De minderjarige verzocht om herstel van het gezag van haar moeder en wijziging van haar hoofdverblijfplaats. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] feitelijk verblijft in een gezinshuis en dat het gezag van de moeder eerder is beëindigd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met alle betrokken partijen, waaronder de moeder, de gezinshuisouders en de gecertificeerde instelling. Tijdens de zitting is gebleken dat er positieve ontwikkelingen zijn geweest in de samenwerking tussen de moeder en de gecertificeerde instelling, en dat er plannen zijn gemaakt voor een zorgvuldige thuisplaatsing van [naam01] bij haar moeder.

De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat [naam01] niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat de wet niet toestaat dat een kind de rechter vraagt om het gezag van de moeder te herstellen na een eerdere gezagsbeëindiging. De kinderrechter heeft [naam01] uitgelegd dat alleen de ouders of de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot herstel van het gezag kunnen indienen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om stap voor stap te werken aan de thuisplaatsing van [naam01] bij haar moeder, en dat er in de toekomst mogelijkheden zijn om het gezag te heroverwegen.

De kinderrechter heeft de betrokkenen complimenten gegeven voor hun inzet en samenwerking in het belang van [naam01]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2023, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 27 oktober 2023.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/652269 / JE RK 23-1665
Datum uitspraak: 10 oktober 2023

Beschikking van de kinderrechter

Informele rechtsingang

op de op 7 juni 2023 ingekomen brief van:

[naam01] , geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam01] ,
wonende te [woonplaats01] .
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam03] en [naam04] ,

hierna te noemen: de gezinshuisouders,

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.
Als informanten worden aangemerkt:

[naam05] ,

hierna te noemen: procesbegeleider bij het Landelijk Ondersteuningsteam Toeslagenaffaire,

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,

hierna te noemen: de Raad.

Procedure

Bij brief van 7 juni 2023, ingekomen ter griffie op 14 juni 2023, heeft [naam01] zich via de informele rechtsingang tot de kinderrechter gewend.
[naam01] heeft op 15 september 2023 gesproken met de kinderrechter over haar verzoek.
Bij brieven van 26 september 2023 heeft de kinderrechter de moeder, de pleegouders, de gecertificeerde instelling en de Raad geïnformeerd over de strekking van de brief van [naam01] en hen voor een behandeling ter zitting opgeroepen.
Op 10 oktober 2023 is de zaak op een zitting bij de kinderrechter van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de moeder;
- de pleegouders;
- mevrouw [naam06] namens de Raad;
- mevrouw [naam07] namens de gecertificeerde instelling;
- mevrouw [naam05] namens het Landelijk Ondersteuningsteam Toeslagenaffaire.

Feiten

- [naam01] verblijft feitelijk in een gezinshuis in [woonplaats01] .
- Het gezag van de moeder is beëindigd bij beschikking van deze rechtbank van 24 september 2021.
- De gecertificeerde instelling is belast met de voogdij over [naam01] .

Aanvraag

[naam01] vraagt - kort samengevat - om de moeder in haar gezag te herstellen en haar hoofdverblijfplaats te wijzigen.

Beoordeling

Deze zaak betreft een zogeheten ‘informele rechtsingang’. Die informele rechtsingang biedt een kind dat ouder is dan twaalf jaar of soms ook dat nog jonger is, de mogelijkheid om zich langs informele wijze tot de kinderrechter te wenden. Dat kan bijvoorbeeld met een brief of een telefoontje. De kinderrechter kan op dat verzoek van een kind, nadat het verzoek is behandeld en alle belanghebbenden erop zijn gehoord, ambtshalve een beslissing nemen.
[naam01] heeft een brief geschreven aan de kinderrechter. In het gesprek met de kinderrechter heeft [naam01] het volgende verteld. Zij heeft haar leven opgebouwd in het gezinshuis en heeft het daar naar haar zin, maar vindt het moeilijk dat zij niet bij de moeder woont en steeds afscheid moet nemen na een weekend bij de moeder te zijn geweest. [naam01] zou dan ook willen dat het gezag van de moeder wordt hersteld en dat zij volledig bij de moeder kan gaan wonen.
De gecertificeerde instelling heeft ter zitting aangegeven dat er in de afgelopen twee jaar veel veranderd is in de samenwerking tussen de moeder en de gecertificeerde instelling. In april 2022 is het Landelijk Ondersteuningsteam Toeslagenaffaire (hierna: Ondersteuningsteam) betrokken geraakt en zijn er meerdere gesprekken tussen de moeder en de gecertificeerde instelling gevoerd. Tijdens de eerste gesprekken werd gezien dat bij de moeder veel angst zat om afgerekend te worden op wat zij zou zeggen. Nadat meerdere gesprekken zijn gevoerd, is deze angst naar de achtergrond verdwenen en is de samenwerking met de moeder sterk verbeterd. Verder heeft het Ondersteuningsteam een verklarende analyse uitgevoerd en daaruit is gebleken dat er gewerkt kan worden richting een co-ouderschap tussen de moeder en de gezinshuisouders. Omdat [naam01] een lange tijd bij de gezinshuisouders gewoond heeft en aan hen is gehecht, is het belangrijk dat zij ook met hen een hechtingsrelatie blijft behouden. De moeder en de gezinshuisouders wonen ver bij elkaar vandaan, dus daarom is het nu zo dat [naam01] in het weekend bij de moeder verblijft en doordeweeks bij het gezinshuis, zodat zij daar ook naar school kan. [naam01] zou het liefste zien dat deze verdeling wordt omgedraaid, dus daarom is in de afgelopen periode met [naam01] gezocht naar een school in de omgeving [plaats01] . Deze is gevonden en hopelijk kan [naam01] daar op korte termijn - na de herfstvakantie - gaan starten. Dit betekent dat [naam01] na de herfstvakantie doordeweeks bij de moeder zal verblijven en in de weekenden bij de gezinshuisouders. Hier zullen zowel [naam01] en de moeder aan moeten wennen, dus daarom heeft de gecertificeerde instelling voorgesteld om een gezinscoach vanuit [naam08] betrokken te laten raken. De gezinscoach zal niet gaan meedraaien in het gezin, omdat dit het idee kan geven dat de opvoedsituatie bij de moeder nog steeds niet goed is. Het idee is dat wordt gewerkt vanuit vertrouwen en de gezinscoach er voor de moeder is als zij ergens tegenaan loopt en daarover in gesprek wil. De moeder is positief over dit voorstel. Ten aanzien van het herstel van het gezag heeft de gecertificeerde instelling aangegeven dat alles stap voor stap moet worden bekeken. Het is voor nu eerst van belang dat [naam01] en de moeder aan elkaar gaan wennen in de thuissituatie en de positieve ontwikkeling met elkaar voortzetten.
Door de moeder is ter zitting aangegeven dat zij in het verleden veel angst had, waardoor de samenwerking stroef verliep. De moeder heeft veel steun gekregen van [naam09] van het Ondersteuningsteam. Inmiddels gaat het beter met de moeder en is de angst deels verdwenen. Daardoor is er meer vertrouwen om de samenwerking met de gecertificeerde instelling aan te gaan. Ook is er goed contact met de gezinshuisouders. De moeder heeft aangegeven dat zij het liefste uiteindelijk het gezag zou krijgen, maar dat hoeft niet per se nu. De moeder begrijpt dat zij eerst moet wennen aan het ouderschap en dat er rustig stappen gemaakt moeten worden. De moeder is ontzettend blij met de recente ontwikkelingen en dat [naam01] meer bij haar zal gaan verblijven.
De gezinshuisouders hebben aangegeven dat zij heel blij zijn dat de kinderrechter met [naam01] in gesprek is gegaan. [naam01] voelt zich hierdoor gehoord en gezien. Verder hebben de gezinshuisouders aangegeven dat zij altijd de wens hebben dat kinderen teruggaan naar hun biologische ouders op het moment dat dat kan. Wel zijn zij van mening dat het belangrijk is dat [naam01] en de moeder worden begeleid en ondersteund om ervoor te zorgen dat de thuisplaatsing positief kan slagen. Ook is het daarbij van belang dat de afspraken tussen de moeder en de gezinshuisouders via de voogd worden gemaakt om te voorkomen dat er ruis of onduidelijkheid ontstaat.
Namens de Raad is naar voren gebracht dat er onvoldoende aanleiding bestaat om opnieuw een raadsonderzoek te verrichten, omdat alle partijen het met elkaar eens zijn over het te volgen traject en een Raadsonderzoek op dit moment geen meerwaarde heeft. Het is passender als de gecertificeerde instelling op termijn met de moeder in gesprek gaat over het doen van een verzoek tot herstel van het gezag.
De kinderrechter stelt op basis van de informatie vast dat er in de afgelopen periode veel ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. De samenwerking en de vertrouwensrelatie tussen de moeder en de gecertificeerde instelling is sterk verbeterd, het Ondersteuningsteam heeft een verklarende analyse uitgevoerd met co-ouderschap als uitkomst en het contact tussen [naam01] en de moeder is aanzienlijk uitgebreid. Deze positieve ontwikkelingen maken dat sprake is van een compleet andere situatie dan ten tijde van de gezagsbeëindiging van 24 september 2021. Het woonperspectief van [naam01] is - in lijn met haar eigen wens - gewijzigd en er wordt door alle betrokkenen gewerkt aan een zorgvuldige thuisplaatsing bij de moeder. De kinderrechter complimenteert alle betrokkenen met de wijze waarop zij het belang van [naam01] voorop hebben gesteld en blijven stellen om in haar belang de beste keuzes te maken en mee te bewegen met alle positieve ontwikkelingen. Verder is ter zitting gebleken dat met alle betrokkenen een concreet plan is gemaakt om het contact tussen [naam01] en de moeder verder uit te breiden, waarbij [naam01] na de herfstvakantie doordeweeks bij de moeder zal verblijven en in het weekend naar het gezinshuis gaat. De kinderrechter vindt het belangrijk dat deze positieve ontwikkeling wordt voortgezet, maar benadrukt ook dat de tijd moet worden genomen om de voorgenomen thuisplaatsing goed te laten verlopen. [naam01] heeft een lange periode bij het gezinshuis verbleven en de moeder en [naam01] zullen opnieuw aan elkaar moeten wennen en daarbij is de nodige ondersteuning vereist. Op termijn kan in samenspraak met de gecertificeerde instelling gekeken worden naar een verzoek tot herstel van het gezag.
De kinderrechter overweegt ten aanzien van het verzoek van [naam01] het volgende. Op grond van artikel 1:377g van het Burgerlijk Wetboek kunnen kinderen de rechter vragen een beslissing te nemen als het gaat om een zorgregeling, informatieregeling, benoeming bijzondere curator en de hoofdverblijfplaats in het geval van gezamenlijk gezag. [naam01] kan echter niet aan de kinderrechter vragen om de moeder te herstellen in het gezag na een gezagsbeëindiging (artikel 1:277 BW) of om wijziging van de hoofdverblijfplaats nadat het gezag van de moeder is beëindigd. De kinderrechter zal [naam01] daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek.
De kinderrechter overweegt tot slot dat zij het belangrijk vindt om [naam01] uit te leggen wat zij heeft beslist. Zij heeft haar daarom een brief laten sturen met de volgende inhoud:
Beste [naam01] ,
Op 10 oktober 2023 heb ik met jouw moeder, jouw gezinshuisouders, jouw voogd, [naam05] en iemand van de Raad voor de Kinderbescherming gesproken over de brief die jij hebt geschreven, waarin jij de wens hebt geuit om weer bij je moeder te gaan wonen.
Tijdens de zitting heb ik van iedereen gehoord dat er in de afgelopen periode mooie stappen zijn gezet en dat er plannen zijn gemaakt voor de komende periode, waarbij jij een school hebt gevonden in de omgeving van je moeder in [plaats01] . Ik ben heel blij om te horen dat er zo goed geluisterd wordt naar je wensen en wil jou veel succes wensen met alles wat er speelt.
Zoals ik je ook tijdens ons gesprek al heb verteld, kan een kind volgens de wet niet vragen om het gezag van de moeder te herstellen, omdat alleen de ouders of de Raad voor de Kinderbescherming dat kunnen. Dit betekent dus dat ik nu niet kan beslissen dat het gezag van jouw moeder hersteld wordt. Tegelijkertijd betekent dat niet dat dat nooit zal gebeuren, maar daarvoor moeten eerst nog een aantal stappen gezet worden. En hiervoor is het ook belangrijk om eerst in alle rust, stap voor stap, te werken aan jouw thuisplaatsing bij je moeder. Over een tijdje zal jouw voogd je moeder verder adviseren en ondersteunen over het gezag. Ook jij kan hierover in gesprek met jouw voogd als je dat wilt.
Als je nog iets aan mij wilt vragen of wilt vertellen, dan kan je mij opnieuw een brief sturen.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verklaart [naam01] niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2023 door mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M.C. Mulders als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 oktober 2023.