ECLI:NL:RBDHA:2023:19928

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
NL23.29799 en NL23.29800
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser met biseksuele geaardheid

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft op 22 november 2023, in Haarlem, de zaak behandeld, waarbij de eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. R.J. Portegies, en de verweerder door mr. M.A.F.J. Smulders. De eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op basis van zijn biseksualiteit, maar de rechtbank oordeelt dat de verklaringen van de eiser over zijn seksuele geaardheid onvoldoende overtuigend zijn. De rechtbank stelt vast dat de eiser geen inzicht heeft gegeven in zijn gevoelens en gedachten met betrekking tot zijn biseksualiteit, en dat zijn verklaringen tegenstrijdig zijn. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft waarom de gestelde biseksualiteit van de eiser niet geloofwaardig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de eiser geen verblijfsvergunning krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.29799 (beroep)
NL23.29800 (voorlopige voorziening)
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser] , eiser/verzoeker, hierna: eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. R.J. Portegies),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.A.F.J. Smulders).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Verweerder heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 14 september 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Eiser verzoekt verweerder te verbieden hem uit te zetten totdat de rechtbank op het beroep heeft beslist.
1.2
De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2023, samen met het verzoek om een voorlopige voorziening, op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten en achtergrond
2. Eiser stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [datum] 1991.
2.1
Eiser heeft op 13 mei 2017 voor het eerst een asielaanvraag ingediend. Verweerder heeft die aanvraag niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling daarvan. Deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam heeft het beroep tegen dat besluit op 19 juli 2017 [1] ongegrond verklaard en de Afdeling [2] heeft het hoger beroep kennelijk ongegrond verklaard [3] . Eiser is in maart 2018 teruggekeerd naar Marokko en is op 27 december 2020 Europa weer ingereisd. Op 30 maart 2021 heeft Duitsland bij Nederland een verzoek gedaan om eiser terug te nemen. Eiser is vervolgens op 1 september 2021 aan Nederland overgedragen. Op 5 september 2021 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend. Die aanvraag is door verweerder afgewezen.
Eiser dient op 7 augustus 2023 opnieuw een asielaanvraag in. Dit beroep richt zich tegen de afwijzing van die aanvraag.
2.2
Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag dat hij biseksueel is. Eiser verklaart dat hij op 16 of 17-jarige leeftijd een relatie kreeg met een jongen uit de buurt. Eiser verklaart ook dat hij na zijn aankomst in Europa relaties kreeg met zowel mannen als vrouwen. Eiser heeft over zijn biseksualiteit in een eerdere aanvraag niet verklaard omdat hij zijn geaardheid privé wilde houden en hij eerst een andere aanvraag wilde proberen. Hij wil de namen van de mannen met wie hij een relatie heeft gehad niet noemen vanwege hun privacy. Eiser geeft aan dat hij bescherming wil omdat hij moe is van het leven op straat.
Het bestreden besluit
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. de seksuele gerichtheid.
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Verweerder heeft het eerste element vooralsnog geloofwaardig geacht, maar het tweede element niet.
3.1
Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser geen inzicht heeft gegeven in zijn gevoelens en gedachten. Eiser heeft tegenstrijdig verklaard over zijn gevoelens van toen hij 16 of 17 jaar oud was. Eiser heeft enerzijds verklaard dat hij daarvoor geen gevoelens had en niet verliefd was en anderzijds heeft hij verklaard dat hij wel gevoelens had voor meisjes. Bij confrontatie met deze tegenstrijdigheid heeft eiser geen uitleg gegeven. Eiser heeft wisselend verklaard over de twijfel over zijn geaardheid toen hij 16 of 17 jaar oud was. Eiser heeft niet verklaard hoe hij het beleefd heeft dat hij er in 2018 achter kwam dat hij zich ook aangetrokken voelde tot vrouwen. Eiser heeft verklaard dat hij religieus is, maar heeft niet inzichtelijk gemaakt wat zijn gedachten zijn over zijn biseksuele geaardheid in het licht van zijn religie. Eiser heeft tegenstrijdig verklaard over waar en wanneer zijn relaties plaats zou hebben gevonden. Eiser wil geen details geven over zijn relaties met mannen, behalve over zijn relatie met [naam 1] , maar heeft slechts oppervlakkig verklaard over wat het verbreken van deze relatie voor hem betekende. Eiser kan bovendien niet uitleggen wat de situatie van homo- en biseksuelen in Europa of Marokko voor hem betekent.
Het oordeel van de rechtbank
4. De rechtbank stelt vast dat verweerder Marokko heeft aangewezen als veilig land van herkomst, voor het laatst bij de herbeoordeling van 8 juni 2023. [4] Hiervan zijn de volgende groepen uitgezonderd: LHBTI’ers, (online) journalisten en (mensenrechten)activisten die kritiek uitoefenen op de islam, het koningshuis en/of de Marokkaanse regering (onder meer vanwege het officiële standpunt van de regering betreffende de Westelijke Sahara), Hirak Rif-activisten en journalisten die verslag deden over de situatie in het Rifgebergte en de demonstraties aldaar en personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging. Deze aanwijzing heeft de Afdeling bij uitspraak van 8 juni 2022 als rechtmatig beoordeeld. [5] Dit betekent dat ten aanzien van vreemdelingen uit Marokko, met uitzondering van vreemdelingen uit Marokko die vallen onder één van de hiervoor genoemde uitzonderingsgroepen, het algemeen rechtsvermoeden geldt dat zij geen internationale bescherming nodig hebben.
4.1
Eiser heeft geen beroepsgronden aangevoerd tegen de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst. Eiser voert echter aan dat hij onder een van de aangewezen uitzonderinggroepen valt. Verweerder heeft volgens eiser namelijk onvoldoende gemotiveerd waarom zijn gestelde geaardheid ongeloofwaardig is.
4.2
De rechtbank volgt eiser niet in dit standpunt en zal hieronder uitleggen waarom zij vindt dat verweerder zich voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gestelde biseksualiteit van eiser niet geloofwaardig is.
Heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat eiser zijn geaardheid niet inzichtelijk heeft gemaakt?
De verklaringen van eiser
5. Eiser voert aan dat hij wel degelijk overtuigend heeft verklaard over de gevoelens die hij had.
5.1
De rechtbank volgt eiser hier niet in. Uit het rapport gehoor opvolgende aanvraag volgt dat verweerder heldere vragen heeft gesteld over zijn geaardheid. Aan eiser zijn op pagina 11 van het gehoor de volgende vragen gesteld:
“U zegt homoseksueel te zijn. Wat betekent homoseksualiteit voor u?
Het betekent liefde, leven, respect voor anderen. Respect voor die persoon. Dat was het dus.
U kunt ook liefde, leven en respect voor anderen hebben zonder homoseksueel te zijn. Wat is het verband tussen deze dingen en homoseksualiteit?
Ik begrijp de vraag niet goed. In welk opzicht?
U benoemt liefde en respect voor anderen als hetgeen wat homoseksualiteit voor u betekent. Voor deze eigenschappen hoeft u niet per se een homoseksuele geaardheid te hebben. Ik vraag mij af wat het verband voor u is?
Ik begrijp de vraag, maar u mag tussen twee haakjes een vraagteken zetten (??).
Vindt u mijn vragen moeilijk?
De vragen zijn niet moeilijk, want u gaf al vanaf het begin aan dat u daar rekening mee zou houden en dat klopt ook. U zei dat u de vragen dan anders zou stellen en dat klopt.
Kan ik uit uw verklaring opmaken dat u dus het verband tussen deze eigenschappen en uw geaardheid niet kunt toelichten?
Homoseksualiteit wat belangrijk is, is homoseksuele gemeenschap. In homoseksualiteit is seksuele gemeenschap belangrijk, dus seks.”
En verder op pagina 13 van het gehoor:
“Kunt u mij vertellen hoe u ontdekte dat u op mannen viel?
Op mannen he?
Ja.
Toen ik minderjarig was.
Weet u hoe oud u toen ongeveer was?
16 of 17 jaar.
Dit is de leeftijd dat u ontdekte dat u op mannen viel. Ik ben benieuwd hoe u erachter kwam dat u op mannen viel?
Ik had een relatie met iemand en was op mijn gemak in de relatie.
Met wat voor persoon kreeg u een relatie?
Een bepaald persoon in een bepaald land.
Kunt u vertellen in welk land u toen was?
In Italië en Zwitserland. Tussen die lande reisde ik heen en weer in beide
landen dus. Eerste was in 2014.
U zegt een bepaald persoon. Wat moet ik daaronder verstaan?
Ik weet zijn naam niet meer, waar hij woont en waar hij vandaan komt. Het
was de eerste persoon met wie ik een relatie had.
Hoe kan het dat u niks over deze persoon kan verklaren terwijl u toen ontdekte dat u op mannen viel?
Opmerking rapporteur: betrokkene begint te lachen.Want ik heb goeie herinneringen gehad. Schaamte. Ook leuk. Ik wil geen details geven. Ik wil deze details niet geven. Ik wil niet herinnerd worden aan deze herinneringen, want mijn gevoel was toen anders. Ik was eigenlijk, u weet wel, mijn eerste relatie met iemand eerste keer, minderjarig. De eerste keer is altijd bijzonder. Als het nou met een meisje of jongen is je krijgt er bepaalde herinneringen bij en die vergeet je nooit.”
5.2
Naar het oordeel van de rechtbank zijn dit korte, duidelijke vragen en wordt door de gehoorambtenaar doorgevraagd wanneer het antwoord van eiser onduidelijk is. Gelet op de hoeveelheid en de verschillende soorten vragen in het gehoor en eisers korte, afwijkende reacties daarop, is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat eiser niet inzichtelijk en overtuigend heeft verklaard over (de ontdekking van) zijn geaardheid. De beroepsgrond slaagt niet.
De motivering van het bestreden besluit
6. Eiser voert verder aan dat verweerder niet voldoende is ingegaan op de in de zienswijze aangevoerde argumenten en dat het bijzonder triest en onterecht is dat zijn verklaringen als ongeloofwaardig worden aangemerkt.
6.1
De rechtbank is van oordeel dat verweerder eiser heeft kunnen tegenwerpen dat hij oppervlakkig heeft verklaard over zijn gevoelens en zijn gedachtegang toen hij ontdekte dat hij gevoelens had voor jongens. Eiser heeft enkel verklaard dat hij zich goed voelde. [6] Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser door te verklaren dat hij zich goed voelde geen inzicht heeft gegeven in zijn geaardheid. Verweerder heeft ook kunnen tegenwerpen dat eiser wisselend heeft verklaard, omdat hij enerzijds heeft verklaard hij op 16- of 17-jarige leeftijd zeker wist dat hij op jongens viel en anderzijds heeft verklaard dat hij toen te jong was om dat zeker te weten. [7]
6.2
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder de door eiser gestelde relatie met [naam 1] ongeloofwaardig heeft kunnen achten, omdat eiser met zijn verklaring dat hij zich na de verbreking slecht zou hebben gevoeld geen inzicht heeft gegeven in zijn emotionele gevoelens en zijn innerlijke beleving. Eiser voert aan dat hij gezien zijn achtergrond niet in details wil treden over zijn geaardheid en dat hij kampt met schaamtegevoelens. [8] Verweerder heeft zich hierover op het standpunt kunnen stellen dat van eiser verwacht mag worden dat hij hierover verklaart, omdat dit de kern is van zijn asielrelaas. Eiser voert immers aan dat hij door zijn relaties heeft ontdekt dat hij op mannen valt.
6.3
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser oppervlakkig heeft verklaard over het ontstaan van zijn relatie met een lesbische vrouw, [naam 2] . Eiser heeft hierover verklaard dat zij cocaïne in elkaars mond bliezen en dat hun seksuele relatie zo ontstond. [9] Verweerder heeft zich over deze verklaring op het standpunt kunnen stellen dat eiser hiermee geen inzicht geeft in zijn gevoelens en gedachten.
6.4
Ook is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser niet inzichtelijk heeft verklaard over zijn persoonlijke strijd tussen zijn (seksuele) leven en zijn religie. Eiser heeft enerzijds verklaard dat hij zijn seksuele geaardheid accepteert en aanvaardt en anderzijds dat hij een zonde begaat en God om vergiffenis smeekt. Verweerder heeft eiser hiermee tijdens het gehoor geconfronteerd. [10] Verweerder heeft eiser kunnen tegenwerpen dat hij door hierover geen verklaring te geven zijn persoonlijke strijd niet inzichtelijk heeft gemaakt.
6.5
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft waarom de gestelde homoseksuele geaardheid niet geloofwaardig is. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

7. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser de gevraagde verblijfsvergunning niet krijgt. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
8. Omdat de rechtbank op het beroep heeft beslist is het treffen van een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. L. Meijer, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak kan, voor zover het de hoofdzaak betreft, een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zaaknummer NL17.3980.
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.Zaaknummer 201705941/1/V3.
4.Kamerbrief herbeoordeling veilige landen van herkomst – Georgië, Marokko en Tunesië van 8 juni 2023, 19637-3119.
6.Rapport gehoor opvolgende aanvraag, pag. 21.
7.Rapport gehoor opvolgende aanvraag, pag. 24-25.
8.Rapport gehoor opvolgende aanvraag, pag. 13.
9.Rapport gehoor opvolgende aanvraag, pag. 23.
10.Rapport gehoor opvolgende aanvraag, pag. 27.