In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Drievliet Exploitatie B.V. tegen de afwijzing van haar aanvraag om een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een uitkijktoren in het familiepark Drievliet. De aanvraag was aanvankelijk goedgekeurd, maar na een bezwaarschrift van een derde-partij heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de vergunning herroepen en geweigerd. De rechtbank heeft op 20 november 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van eiseres, verweerder en de derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning niet terecht was. Eiseres betoogde dat de uitkijktoren geen uitbreiding van het attractiepark vormt en dat deze past binnen de bestemming "Recreatie-1". De rechtbank oordeelt dat de uitkijktoren moet worden gezien als een bouwwerk ten behoeve van recreatie en dat verweerder had moeten toetsen of de uitkijktoren binnen de bestemming "Recreatie-1" past. De rechtbank wijst erop dat de uitkijktoren niet kan worden gekwalificeerd als een attractie in juridische zin, waardoor de verplichting om deze binnen de bestemming "Cultuur en Ontspanning" te realiseren niet van toepassing is.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de derde-partij, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht van € 365,- aan eiseres vergoeden en de proceskosten van eiseres ter hoogte van € 1.674,- betalen.