ECLI:NL:RBDHA:2023:19905
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.J.M. Nijholt, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door J.J.F.M. van Raak, niet in behandeling genomen, omdat Duitsland volgens de Dublin-regelgeving verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 oktober 2023 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, J. Singh. De verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is duidelijk geworden dat er al een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL23.31084) die verband hield met het beroep van verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.