Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Somalische nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had echter besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat de lidstaat waar de asielzoeker eerder een aanvraag heeft ingediend, verantwoordelijk is voor de verdere behandeling.
De eiser betwistte de beslissing van de staatssecretaris en voerde aan dat hij geen asielaanvraag in Kroatië had ingediend, maar gedwongen vingerafdrukken had moeten afstaan. Hij vreesde dat zijn overdracht aan Kroatië zou leiden tot een behandeling in strijd met de mensenrechten. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris terecht had aangenomen dat Kroatië de verantwoordelijkheid had, aangezien de gegevens in Eurodac bevestigden dat de eiser eerder in Kroatië een asielaanvraag had gedaan.
De rechtbank benadrukte dat het aan de eiser was om aan te tonen dat Kroatië zijn verdragsverplichtingen niet nakomt, wat hij niet had kunnen doen. De rechtbank volgde de lijn van eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die had geoordeeld dat de overdracht van vreemdelingen aan Kroatië weer mogelijk was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees de proceskosten af.