ECLI:NL:RBDHA:2023:19866
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een terugkeerbesluit zonder vertrektermijn in het bestuursrecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen een terugkeerbesluit dat aan hem is opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in Nederland met de Marokkaanse nationaliteit, heeft in 2016 zijn Nederlandse nationaliteit opgegeven. Na een veroordeling tot gevangenisstraf en een periode van detentie, heeft hij in 2017 een terugkeerbesluit ontvangen, maar is hij in 2023 opnieuw geconfronteerd met een terugkeerbesluit zonder vertrektermijn. De rechtbank behandelt het beroep van eiser, die stelt dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd en dat zijn situatie in Marokko onhoudbaar is. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris terecht het terugkeerbesluit heeft opgelegd, omdat eiser niet rechtmatig in Nederland verblijft en er geen uitzonderingssituaties zijn die een ander oordeel rechtvaardigen. De rechtbank wijst erop dat de terugkeerprocedure en de afwezigheid van een vertrektermijn gerechtvaardigd zijn op basis van de wetgeving, en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.