ECLI:NL:RBDHA:2023:19848

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
NL23.18945
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en beoordeling van geloofwaardigheid van het asielrelaas

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, met de Guinese nationaliteit, diende op 18 januari 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 19 juni 2023 afgewezen, waarna eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 5 december 2023 werd het asielrelaas van eiser besproken, waarin hij problemen met zijn stiefmoeder en haar broers naar voren bracht, gerelateerd aan de erfenis van zijn overleden vader.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden het asielrelaas ongeloofwaardig heeft kunnen achten. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn gesprekken met zijn vader over de erfenis en zijn verblijf bij een vriend na een gewelddadig voorval met zijn stiefmoeder. De rechtbank concludeert dat de tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiser voldoende zijn om de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas in twijfel te trekken. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond waarom zijn referentiekader niet is meegenomen in de beoordeling.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen vier weken na de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18945

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. P.C.M. van Schijndel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. G. Wischhoff).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser.
1.1.
Eiser heeft op 18 januari 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
1.2.
Verweerder heeft eiser aanvullend gehoord op 8 december 2022 (aanvullend gehoor I) en 27 december 2022 (aanvullend gehoor II).
1.3.
Bij besluit van 19 juni 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond en eiser een terugkeerbesluit opgelegd.
1.4.
Op 19 juni 2023 heeft eiser beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 5 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, M. [naam 2] als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiser heeft de Guinese nationaliteit en is geboren op [geboortedag] 2002.
Het asielrelaas
3. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. De vader van eiser had veel bezittingen en deze bezittingen zou eiser erven als de vader van eiser zou komen te overlijden. Na het overlijden van eisers vader in 2018, na een ziekbed van ongeveer drie jaar, had eiser een gesprek met de stiefmoeder, haar broer [naam 1] en een imam over de verdeling van de erfenis. Eind 2020 kwam eiser erachter dat zijn stiefmoeder de bezittingen verkocht. Eiser ging daarop verhaal halen bij zijn stiefmoeder. De stiefmoeder riep vervolgens haar broer [naam 1]. [naam 1] mishandelde eiser en eiser vertrok naar een vriend, kapitein [naam 2] in [plaats]. Hier heeft eiser ongeveer een maand verbleven tot hij door een andere broer van de stiefmoeder – [naam 3] – werd opgepakt en gevangen gezet. Eiser is eind 2021 uit de gevangenis ontsnapt en vervolgens heeft hij Guinee verlaten.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen: 1) Identiteit, nationaliteit en herkomst, en 2) De problemen met de stiefmoeder van betrokkene en haar broers ten gevolge van de erfenis van de vader van betrokkene. Het eerste element heeft verweerder geloofwaardig geacht en het tweede element heeft verweerder niet geloofwaardig geacht.
Wat vindt eiser?
5. Eiser voert aan dat de problemen die hij ondervond met zijn stiefmoeder en haar broers wel geloofwaardig zijn. Eiser bestrijdt de ongerijmdheden die verweerder aanvoert in het bestreden besluit.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder op goede gronden het asielrelaas ongeloofwaardig kunnen achten gelet op de tegenstrijdige verklaringen die eiser heeft afgelegd. Verweerder heeft op zitting een aantal tegengeworpen tegenstrijdigheden laten vallen, maar desondanks blijven er nog voldoende tegenstrijdigheden over op grond waarvan verweerder het asielrelaas niet geloofwaardig heeft mogen achten.
6.1.
Zo heeft eiser wisselend verklaard over het aantal malen dat hij met zijn vader heeft gesproken over de erfenis. Enerzijds heeft eiser verklaard dat hij slechts een keer met zijn vader heeft gesproken over de erfenis. [1] Anderzijds heeft eiser verklaard dat zijn vader hem meerdere keren vertelde dat zijn bezittingen naar eiser zouden gaan. [2] Ook hebben eiser en zijn vader vaak samen de bezittingen bezocht. Eiser wordt daarom niet gevolgd in zijn standpunt dat er na het eerste gesprek niet meer inhoudelijk is gesproken over de erfenis.
6.2.
Daarnaast heeft eiser wisselend verklaard over het verblijf bij kapitein [naam 2] na het gevecht met de broers van zijn stiefmoeder. Eiser heeft eerst verklaard dat hij erg verzwakt was door de mishandeling en bijna alleen maar thuis bleef. [3] Daarna verklaarde eiser dat zodra hij zich wat beter voelde, hij naar een café ging om te zitten en te genieten. [4] Volgens eiser is het logisch dat hij naar buiten ging toen het weer beter met hem ging. Echter, deze uitleg strookt nog steeds niet met eisers eerdere verklaring dat hij gedurende zijn verblijf bij kapitein [naam 2] erg verzwakt was.
6.3.
Verder heeft eiser wisselend verklaard over hoe hij ontdekte dat zijn stiefmoeder de bezittingen verkocht. Zo heeft eiser enerzijds verklaard dat hij op zijn werk erachter kwam dat de huizen waren verkocht en toen naar het huis van zijn stiefmoeder is gegaan [5] en anderzijds dat hij bij het controleren van de huizen erachter kwam dat zijn stiefmoeder het huis had verkocht. [6] Eiser verklaart de tegenstrijdigheid door te stellen dat hij op het werk hoorde dat de huizen verkocht werden, vervolgens de huizen controleerde en toen naar zijn stiefmoeder is gegaan. Deze versie is echter nog steeds in strijd met eisers eerdere verklaring dat hij na zijn werk naar zijn stiefmoeder is gegaan.
Toepassing referentiekader
7. Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat verweerder niet het referentiekader van eiser heeft betrokken bij de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank volgt dit standpunt niet. Uit de verslagen van de gehoren blijkt dat er extra pauzes zijn ingelast. Daarbij is van belang dat het asielrelaas van eiser grote tegenstrijdigheden bevat en eiser niet heeft aangegeven waarom zijn referentiekader maakt dat er wisselend is verklaard.
Conclusie
8. Het beroep is ongegrond
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Aanvullend gehoor I, p. 7.
2.Aanvullend gehoor I, p. 8.
3.Aanvullend gehoor II, p. 15.
4.Aanvullend gehoor II, p. 16.
5.Aanvullend gehoor I, p. 14.
6.Aanvullend gehoor I, p. 14.