Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, wiens identiteit niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. Dit gebeurde op basis van het argument dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de geldende Europese regelgeving.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 23 november 2023 in Middelburg, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S. Vreugdehil-Brock, en waar ook een tolk, Z. Hanina, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. F.A. van den Berg.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.32098) die verband houdt met het beroep van verzoeker. Aangezien er nu een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.