ECLI:NL:RBDHA:2023:19741

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
NL23.31486 en NL23.31488
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland

Op 8 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.31486 en NL23.31488. In deze procedure hebben verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.H. Steenbergen, een voorlopige voorziening gevraagd nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had besloten om hun asielaanvragen niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in andere aanverwante zaken (NL23.31485 en NL23.31487), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. De rechter heeft daarbij overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van lidstaten binnen het Europese asielbeleid en de toepassing van de Vreemdelingenwet 2000.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.31486 en NL23.31488 V-nummers: [Nummer 1] en [Nummer 2]
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [Naam 1], verzoeker,
[Naam 2], verzoekster, hierna tezamen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. M.H. Steenbergen), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluiten van 3 oktober 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.1
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb2 uitspraak buiten zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.31485 en NL23.31487, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

1. Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2 Algemene wet bestuursrecht.
De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van M. Elmi, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR32166509

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.