Op 1 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte, geboren in 1990 in Roemenië, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M. Tiebosch, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. A. Petrescu. Tijdens de terechtzittingen op 21 augustus en 17 november 2023 zijn procesafspraken gemaakt tussen de officier van justitie en de verdediging, vastgelegd in een overeenkomst van 2 oktober 2023. Deze afspraken hielden in dat de verdachte geen nadere verklaring hoeft af te leggen en dat de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 46.080,00 wordt toegewezen. De verdachte heeft ingestemd met de betalingsverplichting aan de staat, en er is conservatoir beslag gelegd op het bedrag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van oplichting en witwassen. De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op bewijsmiddelen uit de strafzaak, waarbij de rechtbank concludeert dat het bedrag van € 46.080,00 moet worden betaald aan de staat. De rechtbank heeft ook bepaald dat de duur van de gijzeling op 0 dagen wordt vastgesteld, aangezien het bedrag al is afgestaan en onder beslag ligt. De beslissing is genomen op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de verplichting tot betaling aan de staat opgelegd, met de mogelijkheid van bevrijding indien een andere veroordeelde betaalt.