Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Rechtbank Den Haag
Op 11 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL23.36909, waarin een verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. De zaak betreft een asielaanvraag van de verzoeker, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 5 december 2023 was verzoeker aanwezig, bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, en een tolk. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak (zaaknummer NL23.36908) al op het beroep beslist, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 837,-, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof, en is openbaar gemaakt op 11 december 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.