ECLI:NL:RBDHA:2023:19578

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
C/09/648075/KG RK 23-694
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 31 mei 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. A.M. Boogers, rechter in de rechtbank Den Haag, in de hoofdzaak met kenmerk C/09/639928 / HA ZA 22-1056. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter een familielid heeft dat werkzaam is bij een instantie wiens handelen in de hoofdprocedure ter beoordeling voorligt. Dit kan de schijn van partijdigheid oproepen, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verzoek.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die de schijn van partijdigheid kunnen oproepen. In dit geval heeft de rechter voldoende argumenten aangedragen om het verzoek tot verschoning te rechtvaardigen. De rechtbank heeft besloten het verzoek toe te wijzen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend. Tevens is bepaald dat een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter zelf. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechters M.J. Alt-van Endt, J.C. Sluymer en M. Nijenhuis aanwezig waren, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2023/9
Zaak-/rekestnummer: C/09/648075 / KG RK 23- 694
Beslissing van 31 mei 2023
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. A.M. Boogers,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/09/639928 / HA ZA 22-1056 van:
[eiser]
wonende op een geheim adres,
eiser,
bijgestaan door mr. S. van Buuren, advocaat te ‘s-Gravendeel,
tegen
De Staat der Nederlanden,
zetelende te Den Haag,
gedaagde,
bijgestaan door mr. G.C. Nieuwland, advocaat te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 30 mei 2023.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft verzocht zich te mogen verschonen omdat een familielid werkzaam is bij een instantie wiens handelen in de hoofdprocedure (mede) ter beoordeling voorligt.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 31 mei 2023 door mrs. M.J. Alt-van Endt,
J.C. Sluymer en M. Nijenhuis, in tegenwoordigheid van de griffier.