ECLI:NL:RBDHA:2023:19577

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
C/09/648074/KG RK 23-693
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 1 juni 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. C.J-A. Seinen, rechter in de rechtbank Den Haag, in het kader van de hoofdzaak met kenmerk C/09/638938 / HA ZA 22-1001. De eiser, bijgestaan door mr. L.C. de Jong, en de gedaagde, bijgestaan door mr. G.H.J. Spee, waren betrokken bij deze procedure. Het verschoningsverzoek was gebaseerd op een familieverhouding tussen de rechter en een procespartij, wat aanleiding gaf tot de vrees voor partijdigheid.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot de conclusie dat er een terechte vrees voor vooringenomenheid bestaat. In dit geval was de schijn van partijdigheid aanwezig, en daarom werd het verzoek tot verschoning terecht ingediend. De rechtbank besloot dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moest worden overgenomen om de schijn van partijdigheid te vermijden.

De beslissing werd genomen in raadkamer en houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2023/8
Zaak-/rekestnummer: C/09/648074 / KG RK 23-693
Beslissing van 1 juni 2023
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. C.J-A. Seinen,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/09/638938 / HA ZA 22-1001 van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
bijgestaan door mr. L.C. de Jong, advocaat te Woerden,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
bijgestaan door mr. G.H.J. Spee, advocaat te Nijmegen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 25 mei 2023.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☒ er bestaat een familieverhouding tussen een procespartij en de rechter.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 1 juni 2023 door mrs. M.J. Alt-van Endt,
S.M. Krans en A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van de griffier.