Uitspraak
Rechtbank den haag
eiser,
bijgestaan door mr. L.C. de Jong, advocaat te Woerden,
gedaagde,
1.De procedure
2.Het verschoningsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
S.M. Krans en A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechtbank Den Haag
Op 1 juni 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. C.J-A. Seinen, rechter in de rechtbank Den Haag, in het kader van de hoofdzaak met kenmerk C/09/638938 / HA ZA 22-1001. De eiser, bijgestaan door mr. L.C. de Jong, en de gedaagde, bijgestaan door mr. G.H.J. Spee, waren betrokken bij deze procedure. Het verschoningsverzoek was gebaseerd op een familieverhouding tussen de rechter en een procespartij, wat aanleiding gaf tot de vrees voor partijdigheid.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot de conclusie dat er een terechte vrees voor vooringenomenheid bestaat. In dit geval was de schijn van partijdigheid aanwezig, en daarom werd het verzoek tot verschoning terecht ingediend. De rechtbank besloot dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moest worden overgenomen om de schijn van partijdigheid te vermijden.
De beslissing werd genomen in raadkamer en houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.