Uitspraak
Rechtbank den haag
eisers,
bijgestaan door mr. L. Zegveld, advocaat te Amsterdam,
gedaagde,
1.De procedure
2.Het verschoningsverzoek
een procesdeelnemer maakt onderdeel uit van de zakelijke kennissenkring van
de rechter.
Rechtbank Den Haag
Op 20 april 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. C.J-A. Seinen, rechter in de rechtbank Den Haag, in het kader van de hoofdzaak met kenmerk C/09/625957 / HA ZA 22-219. De eisers, bijgestaan door mr. L. Zegveld, advocaat te Amsterdam, stonden tegenover de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Defensie, bijgestaan door mr. W.I. Wisman, advocaat te Den Haag.
De procedure begon met het indienen van het verschoningsverzoek op 14 april 2023. Het verzoek werd niet ter zitting behandeld, aangezien een verschoningsverzoek niet dezelfde procedurele vereisten heeft als een wrakingsverzoek. De rechter baseerde zijn verzoek op het feit dat een procesdeelnemer deel uitmaakt van zijn zakelijke kennissenkring, wat aanleiding gaf tot de vrees voor partijdigheid.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was de schijn van partijdigheid voldoende om het verzoek tot verschoning toe te wijzen. De behandeling van de hoofdzaak zal nu door een andere rechter worden voortgezet.
De beslissing van de verschoningskamer houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van het indienen van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.