Uitspraak
Rechtbank den haag
verzoeker,
bijgestaan door mr. E. Robalo, advocaat te Rotterdam,
verweerder.
1.De procedure
19 januari 2023.
Rechtbank Den Haag
Op 19 januari 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. A.J. Japenga, de rechter belast met de behandeling van de hoofdzaak, die zich niet in staat voelde om de zaak te behandelen vanwege een persoonlijke band met de verzoeker. De verzoeker is de zoon van een collega van de rechter, met wie hij in het verleden nauw heeft samengewerkt. Dit leidde tot de vrees voor partijdigheid, wat de rechter ertoe bracht om het verzoek in te dienen.
De procedure rondom het verschoningsverzoek verliep zonder zitting, aangezien een verschoningsverzoek niet ter terechtzitting hoeft te worden behandeld. De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was de schijn van partijdigheid voldoende reden om het verzoek toe te wijzen.
De beslissing houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De verschoningskamer heeft bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.