ECLI:NL:RBDHA:2023:19547

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 januari 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
C/09/641366/KG RK 23-75
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 19 januari 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. A.J. Japenga, de rechter belast met de behandeling van de hoofdzaak, die zich niet in staat voelde om de zaak te behandelen vanwege een persoonlijke band met de verzoeker. De verzoeker is de zoon van een collega van de rechter, met wie hij in het verleden nauw heeft samengewerkt. Dit leidde tot de vrees voor partijdigheid, wat de rechter ertoe bracht om het verzoek in te dienen.

De procedure rondom het verschoningsverzoek verliep zonder zitting, aangezien een verschoningsverzoek niet ter terechtzitting hoeft te worden behandeld. De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was de schijn van partijdigheid voldoende reden om het verzoek toe te wijzen.

De beslissing houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De verschoningskamer heeft bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2023/2
Zaak-/rekestnummer: C/09/641366 / KG RK 23-75
Beslissing van 19 januari 2023
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. A.J. Japenga,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 10249718 RP VERZ 22-50577 van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
bijgestaan door mr. E. Robalo, advocaat te Rotterdam,
tegen
[verweerder] , h.o.d.n. Kwalitaria Barentsz,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerder.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van
19 januari 2023.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☒ De verzoeker is een zoon van een collega met wie de rechter in het verleden nauw heeft samengewerkt. De rechter voelt zich daarom niet goed in staat de zaak te behandelen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 19 januari 2023 door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en J. Brandt, in tegenwoordigheid van de griffier.