In deze zaak heeft eiseres, een Syrische nationaliteit hebbende vrouw, op 21 december 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent. Na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn heeft eiseres op 5 juli 2023 verweerder in gebreke gesteld, omdat er geen tijdig besluit was genomen. Vervolgens heeft zij op 16 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder geen verweerschrift heeft ingediend en dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder in gebreke is gebleven. De rechtbank draagt verweerder op om binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank stelt de verbeurde dwangsom vast op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Daarnaast veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 418,50.