ECLI:NL:RBDHA:2023:19486

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
NL23.9650
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 december 2023 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 15 mei 2023, waarin zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 25 mei 2022 niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant en zijn gemachtigde zijn niet verschenen op de zitting, waar het verzet werd behandeld. De rechtbank heeft na de behandeling onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard. De overwegingen van de rechtbank waren dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de beslistermijn voor de verweerder nog niet was verstreken. De rechtbank benadrukte dat in verzet alleen kan worden beoordeeld of de bestuursrechter terecht tot zijn kennelijke oordeel heeft kunnen komen. Argumenten die in verzet worden aangevoerd, moeten leiden tot twijfel over de kennelijke uitkomst van de eerdere uitspraak.

De rechtbank concludeerde dat de argumenten die in verzet zijn aangevoerd, niet tot twijfel leidden over de eerdere uitspraak. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van 21 maart 2023, waarin al op de ingebrachte argumenten was ingegaan. De aanwezigheid van divergerende jurisprudentie en prejudiciële vragen over de besluitvorming leidde niet tot een ander oordeel, aangezien het Hof van Justitie van de Europese Unie deze vragen nog niet had beantwoord. De rechtbank besloot dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9650 V

uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet van

[naam] , opposant

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. S. Kalu-Mollema).

Procesverloop

Opposant heeft tegen het niet tijdig beslissen op het de beslissing op zijn asielaanvraag van 25 mei 2022 beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 15 mei 2023 heeft de rechtbank dat beroep vereenvoudigd afgedaan en niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.
De rechtbank heeft het verzet op 1 december 2023 op zitting behandeld. Opposant en zijn gemachtigde zijn, met vooraf bericht, niet verschenen. Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht, omdat de beslistermijn voor verweerder gelet op de WBV 2022/22 nog niet was verstreken. Het beroep was dan ook te vroeg ingesteld.
2. In verzet kan alleen worden beoordeeld of de bestuursrechter terecht tot zijn kennelijke oordeel heeft kunnen komen. Als in verzet argumenten naar voren worden gebracht die in het geval van een behandeling op zitting in beroep ook hadden kunnen worden aangevoerd, dient te worden beoordeeld of hierdoor twijfel ontstaat over de kennelijke uitkomst.
3. Die situatie doet zich in deze zaak niet voor. Dat er sprake is van divergerende jurisprudentie en prejudiciële vragen zijn gesteld over de wijze van besluitvorming leidt niet tot twijfel aan de kennelijkheid van het oordeel in beroep. De uitspraak in beroep is gebaseerd op uitspraken van 21 maart 2023. [1] Daarin is al ingegaan op de argumenten die nu in verzet zijn aangevoerd. Dat sprake is van divergerende rechtspraak is als zodanig geen reden dat de rechtbank niet tot een kennelijk oordeel kan komen.. De aanhangige prejudiciële vragen over de verlengde beslistermijn zouden in beroep niet tot een andersluidende uitspraak hebben geleid. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft deze vragen namelijk nog niet beantwoord.
4. Het verzet is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 december 2023 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en wordt geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Rechtbank den Haag, zittingsplaats Middelburg,