ECLI:NL:RBDHA:2023:19479
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak zonder beroepsprocedure
In de zaak tussen de verzoeker, een Nigeriaanse nationaliteit met een V-nummer, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 december 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had op 2 november 2023 een aanvraag ingediend die door de Staatssecretaris was afgewezen. Hiertegen heeft de verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De Staatssecretaris heeft op 22 november 2023 beslist op het bezwaarschrift, maar de verzoeker heeft geen beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Het verzoek om voorlopige voorziening betreft zowel het primaire besluit als het bestreden besluit. De voorzieningenrechter constateert dat er geen beroepsprocedure loopt tegen het bestreden besluit, wat betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van griffier B.A. van der Wiel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.