ECLI:NL:RBDHA:2023:19479

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
NL 23.34837
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak zonder beroepsprocedure

In de zaak tussen de verzoeker, een Nigeriaanse nationaliteit met een V-nummer, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 december 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had op 2 november 2023 een aanvraag ingediend die door de Staatssecretaris was afgewezen. Hiertegen heeft de verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De Staatssecretaris heeft op 22 november 2023 beslist op het bezwaarschrift, maar de verzoeker heeft geen beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Het verzoek om voorlopige voorziening betreft zowel het primaire besluit als het bestreden besluit. De voorzieningenrechter constateert dat er geen beroepsprocedure loopt tegen het bestreden besluit, wat betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van griffier B.A. van der Wiel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.34837

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

geboren op [geboortedatum]
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [vnummer]
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

In het besluit van 2 november 2023 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) afgewezen.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft op 22 november 2023 beslist op het bezwaarschrift van verzoeker.
Verzoeker heeft geen beroep ingesteld tegen de beslissing op het bezwaarschrift.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
Het verzoek om voorlopige voorziening gaat over het primaire besluit en het bestreden besluit. De voorzieningenrechter constateert dat tegen dat laatste besluit geen beroepsprocedure loopt. Alleen als dat wel het geval is, kan iemand een verzoek om voorlopige voorziening doen. Het verzoek om voorlopige voorziening is daarom niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van B.A. van der Wiel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.