ECLI:NL:RBDHA:2023:19467

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
NL 23.35526
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiseres, geboren op [geboortedatum] en van Turkse nationaliteit, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) als familie- of gezinslid. De rechtbank, zittende in Groningen, heeft het beroep behandeld en vastgesteld dat eiseres geen gronden heeft vermeld in haar beroepschrift. Dit is in strijd met artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin staat dat de appellant de specifieke punten moet aangeven waartegen hij zich verzet. De rechtbank heeft eiseres op 10 november 2023 verzocht om dit verzuim binnen twee weken te herstellen, maar eiseres heeft binnen deze termijn geen gronden ingediend en ook geen reden gegeven voor het verzuim. Hierdoor is er geen verontschuldiging voor het ontbreken van de beroepsgronden, wat de rechtbank noopte om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.35526

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

geboren op [geboortedatum],
van Turkse nationaliteit,
V-nummer: [vnummer]
(gemachtigde: mr. H.T. Gerbrandy),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Eiseres heeft tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) als familie- of gezinslid beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dit staat in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank - na een herstelmogelijkheid - het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres bij brief van 10 november 2023 verzocht om binnen twee weken dit verzuim te herstellen.
Eiseres heeft binnen die termijn geen gronden ingediend.
Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H.de Groot, rechter, in aanwezigheid van B.A. van der Wiel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.