ECLI:NL:RBDHA:2023:19465
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens ontbreken beroepsgronden in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij eiser, geboren op een onbekende datum en van Oekraïense nationaliteit, beroep heeft ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. De zaak is behandeld door de enkelvoudige kamer in Groningen onder zaaknummer NL23.34484. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiser op 1 november 2023 verzocht om dit verzuim binnen twee weken te herstellen, maar eiser heeft binnen die termijn geen gronden ingediend en geen reden gegeven voor het verzuim. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van B.A. van der Wiel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending.