ECLI:NL:RBDHA:2023:19458

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
NL23.12585
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Pakistaanse eiser wegens ongeloofwaardige verklaringen en tegenstrijdigheden

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van een Pakistaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die op 21 januari 2022 zijn asielaanvraag indiende, stelt dat hij bedreigd is door het dorpshoofd van zijn geboorteplaats in Pakistan, die verantwoordelijk zou zijn voor de moord op zijn vader. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 29 maart 2023 afgewezen, omdat de verklaringen van eiser als ongeloofwaardig werden beschouwd. Tijdens de zitting op 10 november 2023 werd duidelijk dat eiser sinds 3 oktober 2023 als 'met onbekende bestemming vertrokken' geregistreerd stond, wat vragen opriep over zijn procesbelang. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is, maar gaat vervolgens in op de inhoudelijke beoordeling van de asielaanvraag.

De rechtbank constateert dat de staatssecretaris de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig acht, maar twijfels heeft over de gestelde moord op zijn vader en de daaropvolgende aanvallen op eiser. De staatssecretaris wijst op vage en tegenstrijdige verklaringen van eiser over het aantal betrokkenen bij het schietincident en de omstandigheden daarvan. Eiser betwist deze beoordeling en stelt dat hij zijn verklaringen heeft gecorrigeerd en aangevuld, maar de rechtbank volgt hem hierin niet. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft dat de verklaringen van eiser inconsistent zijn en dat de aanvraag terecht als ongegrond is afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.12585

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. R.E.J.M. van den Toorn),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.C. van Ossenbruggen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en van Pakistaanse nationaliteit te zijn. Hij heeft op 21 januari 2022 zijn asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 29 maart 2023 in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 10 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen mr. S.A.M. Fikken, als waarnemer van de gemachtigde van eiser, en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt eerst de ontvankelijk van het beroep.
3. Tijdens de zitting is ter sprake gekomen dat de gemachtigde al enige tijd geen contact heeft gehad met eiser en dat eiser in het digitale systeem van de staatssecretaris sinds 3 oktober 2023 is geregistreerd als ‘met onbekende bestemming vertrokken’. Omdat deze informatie pas ter zitting naar boven is gekomen, hebben partijen geen standpunt kunnen innemen over het procesbelang van eiser. Daarom kan niet zonder meer worden aangenomen dat eiser geen prijs meer stelt op een inhoudelijke behandeling van zijn beroep en wordt eiser voor wat betreft het procesbelang het voordeel van de twijfel gegund.
4. Het beroep is ontvankelijk.
5. Vervolgens beoordeelt de rechtbank of de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen als ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd: de beroepsgronden.
Het asielrelaas
6. Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag dat zijn familie sinds 2019 problemen heeft met [naam hoofd dorp] en diens mensen en ook meermaals door hen is bedreigd, en voert daartoe het volgende aan. [naam hoofd dorp] was het hoofd van het dorp en chairperson van de [naam partij] partij. Een reden voor de bedreigingen was de politieke overtuiging van de vader van eiser. [naam hoofd dorp] en zijn mensen hebben zijn vader vermoord. Eiser was bij de beschieting aanwezig en had dekking gezocht achter een schutting/muur. Na het schietincident is eiser zelf ook nog twee keer aangevallen.
Het bestreden besluit
7. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag afgewezen als ongegrond. De staatssecretaris heeft het asielrelaas beoordeeld aan de hand van vier relevante elementen. De identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser zijn geloofwaardig geacht. De staatssecretaris heeft eveneens geloofwaardig geacht dat de familie van eiser werd bedreigd door [naam hoofd dorp] . De staatssecretaris heeft echter de gestelde moord op de vader van eiser, en de aanvallen en mishandelingen van eiser daarna ongeloofwaardig geacht. De staatssecretaris vindt dat eiser over de moord en de mishandelingen daarna vage, tegenstrijdige en wisselende verklaringen heeft afgelegd, bijvoorbeeld over het aantal mensen dat bij het schietincident aanwezig was.
8. Eiser stelt zich op het standpunt dat de staatssecretaris zijn verklaringen ten onrechte als vaag en tegenstrijdig heeft aangemerkt. Hij heeft aangevoerd dat de staatssecretaris hem ten onrechte heeft tegengeworpen dat hij naar aanleiding van het nader gehoor geen correcties en aanvullingen heeft ingediend en heeft gewezen op zijn zienswijze waarin hij nieuwe informatie heeft ingebracht en waarbij hij eerder afgelegde verklaringen heeft ingetrokken.
De rechtbank oordeelt als volgt.
9. Eiser heeft in zijn zienswijze onder meer aangevoerd dat hij heeft verklaard dat zijn vader door drie mannen is doodgeschoten en dat deze drie mannen samen met het dorpshoofd naar het dorp waren gekomen. Vermeld is vervolgens dat eiser, zodra de mannen begonnen te schieten, dekking heeft gezocht achter een schutting/muur, dat hij helemaal niet stiekem heeft meegekeken, dat hij de schoten hoorde en daarna zag dat zijn vader doodgeschoten was. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in het bestreden besluit gemotiveerd is ingegaan op eisers zienswijze, en ook op de correcties en aanvullingen die eiser nog in zijn zienswijze heeft ingebracht. De staatssecretaris heeft niet ten onrechte overwogen dat de verklaringen tegenstrijdig en inconsequent blijven. De staatssecretaris heeft in dat verband gewezen op de verschillende verklaringen over het aantal aanwezige mannen bij het schietincident (3, 4 of 5), de reden voor het wegrennen en schuilen achter een muurtje of schutting, en het al dan niet stiekem meekijken vanachter dat muurtje of die schutting. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat hier sprake is van juridische haarkloverij. Het gaat hier om essentiële details van het schietincident die raken aan de kern van het asielrelaas. De rechtbank vindt het niet onredelijk dat de staatssecretaris van eiser verwacht hij daarover consequent kan verklaren. De staatssecretaris heeft daarbij ook in aanmerking mogen nemen dat eiser zijn verklaringen voorafgaand aan het voornemen op die onderdelen niet heeft gecorrigeerd en aangevuld. Het ligt immers op de weg van eiser om tijdens het gehoor uitgebreid en inzichtelijk te verklaren en om zo nodig, voordat het voornemen wordt uitgebracht en onder een plausibele uitleg, zijn verklaringen aan te vullen of te corrigeren.
10. Eiser heeft bij het nader gehoor een document van aangifte overgelegd. In beroep heeft hij een Nederlandse vertaling van dat document ingebracht. De staatssecretaris heeft daarover in het verweerschrift opgemerkt dat hij vraagtekens plaatst bij de echtheid van het document van aangifte. Verder heeft de staatssecretaris opgemerkt dat de aangifte enkel een weergave bevat van de verklaring van eiser. Daarnaast is het de staatssecretaris opgevallen dat de Nederlandse vertaling opnieuw op essentiële punten afwijkt van de eerder door eiser afgelegde verklaringen. Als belangrijk verschil noemt de staatssecretaris onder meer het verloop van het schietincident. In de vertaalde aangifte is te lezen dat eiser pas wegrende nadat zijn vader op zijn maag en borst was geschoten en eiser met de dood werd bedreigd. Volgens de aangifte was vader op het moment van wegrennen dus al neergeschoten, terwijl eiser tijdens het nader gehoor heeft verklaard dat het schieten op vader gebeurde terwijl eiser achter de schutting of muur zat. De staatssecretaris heeft daarmee voldoende gemotiveerd dat eiser met de overgelegde Nederlandse vertaling van het document van aangifte de eerder geconstateerde tegenstrijdigheden niet heeft weggenomen.
11. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de gestelde moord op de vader van eiser, en de aanvallen en mishandelingen van eiser daarna ongeloofwaardig zijn.

Conclusie en gevolgen

12. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
13. Het beroep is ongegrond.
14. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.