Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van een Pakistaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die op 21 januari 2022 zijn asielaanvraag indiende, stelt dat hij bedreigd is door het dorpshoofd van zijn geboorteplaats in Pakistan, die verantwoordelijk zou zijn voor de moord op zijn vader. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 29 maart 2023 afgewezen, omdat de verklaringen van eiser als ongeloofwaardig werden beschouwd. Tijdens de zitting op 10 november 2023 werd duidelijk dat eiser sinds 3 oktober 2023 als 'met onbekende bestemming vertrokken' geregistreerd stond, wat vragen opriep over zijn procesbelang. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is, maar gaat vervolgens in op de inhoudelijke beoordeling van de asielaanvraag.
De rechtbank constateert dat de staatssecretaris de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig acht, maar twijfels heeft over de gestelde moord op zijn vader en de daaropvolgende aanvallen op eiser. De staatssecretaris wijst op vage en tegenstrijdige verklaringen van eiser over het aantal betrokkenen bij het schietincident en de omstandigheden daarvan. Eiser betwist deze beoordeling en stelt dat hij zijn verklaringen heeft gecorrigeerd en aangevuld, maar de rechtbank volgt hem hierin niet. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft dat de verklaringen van eiser inconsistent zijn en dat de aanvraag terecht als ongegrond is afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskostenvergoeding af.