ECLI:NL:RBDHA:2023:19431
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake persoonsgebonden budget en procesbelang
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen CZ zorgkantoor en een curator over een persoonsgebonden budget (pgb) voor de zorg van een cliënt. De eiseres, in haar hoedanigheid als curator, had bezwaar gemaakt tegen besluiten van het zorgkantoor met betrekking tot de vaststelling van het pgb voor de jaren 2020 en 2021. In het besluit van 5 mei 2021 werd het pgb voor 2020 vastgesteld op € 71.944,01, maar later werd dit bedrag herzien naar € 76.861,97. Eiseres maakte bezwaar tegen de communicatie van het zorgkantoor waarin werd aangegeven dat het resterende saldo van € 4.917,96 niet zou worden uitbetaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres onvoldoende procesbelang heeft, omdat het gewenste resultaat van uitbetaling van het resterende bedrag niet kan worden bereikt. De rechtbank concludeert dat alle zorgovereenkomsten zijn nagekomen en dat er geen extra kosten zijn gemaakt die niet zijn vergoed. Daarom werd het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak om dit aan te tonen.