ECLI:NL:RBDHA:2023:19419
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen beëindiging tijdelijke bescherming voor Oekraïense derdelander
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 16 augustus 2023, waarin aan eiser werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Eiser heeft op 18 september 2023 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is omdat eiser de beroepstermijn van vier weken heeft overschreden. Eiser doet een beroep op artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en stelt dat er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding, omdat hij op 13 september 2023 aan zijn gemachtigde is toegewezen. De rechtbank volgt eiser hierin niet en concludeert dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij pas na de toewijzing aan zijn gemachtigde op de hoogte was van het besluit. De rechtbank wijst erop dat eiser ook op andere manieren hulp had kunnen zoeken om de inhoud van het besluit te achterhalen. De rechtbank concludeert dat eiser de beroepstermijn verwijtbaar heeft overschreden en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.